Het idee is om bepaalde zeer specialistische hartingrepen in het vervolg nog maar op twee plekken uit te voeren, in plaats van de vier centra waar het nu gebeurt. Dit leidt tot grote spanningen, ook tussen de centra die dit werk nu verrichten. De Kamer hoopt dat het NZa-onderzoek meer duidelijkheid zal scheppen. Daarom wilden meerdere partijen horen wat de impact zou zijn van het stoppen van de behandelingen in ieder van die vier centra, in plaats van alleen de twee centra die de vorige minister van Volksgezondheid zei te willen sluiten.
Concentratie
De specialistische zorg wordt nu geleverd in Groningen, Leiden, Rotterdam en Utrecht. Volgens Kuipers is uit “rapport op rapport op rapport” gebleken dat het beter zou zijn om die zorg te concentreren. Hij is ervan overtuigd dat twee centra ideaal zou zijn om de kwaliteit hoog te houden en het ook werkbaar te houden voor de artsen en verpleegkundigen.
Zijn voorganger Hugo de Jonge stelde vast dat Groningen en Leiden dicht zouden kunnen, maar de Kamer wil daar een betere onderbouwing voor. Verschillende fracties willen dat ook gekeken wordt naar de regionale spreiding van de centra, ook omdat de overblijvende ziekenhuizen in Rotterdam en Utrecht vrij dicht bij elkaar liggen.
Twee beter dan drie
De aanwezige oppositie en coalitiepartijen ChristenUnie en CDA wilden ook weten of de minister het denkbaar vindt dat er uiteindelijk maar één centrum dicht hoeft. Forum voor Democratie zegt zelfs dat er misschien een centrum bij zou moeten komen in Maastricht. Kuipers bleef er echter bij dat uit allerlei eerdere onderzoeken is gebleken dat concentratie noodzakelijk is. Hij verwacht dat ook na de NZa-studie duidelijk zal zijn dat teruggaan naar twee beter is dan naar drie.
Internationaal advies
Op een oproep om internationaal advies in te winnen over de inrichting van de zorg voor kinderen met aangeboren hartafwijkingen ging Kuipers niet in. CDA, SGP, SP, PvdA en JA21 opperden dat omdat de experts in Nederland allemaal op een of andere manier met de huidige vier centra betrokken zijn. Kuipers denkt niet dat dat nodig is. Bovendien is het zo’n gespecialiseerde beroepsgroep dat ook buitenlandse experts in Nederland bekend zijn. Voor een later stadium sloot hij het inroepen van buitenlands advies niet uit. (ANP)