Los van het laatste deel, waarvan sterk betwijfeld kan worden of het direct bijdraagt aan de zorgtransformatie, is het coalitieakkoord een mooie uitdaging aan het veld. Daar willen we graag de schouders onder zetten, zelfs als nog niet is uitgekristalliseerd wat ‘passende zorg’ is of welke prikkels als pervers worden gezien. Wat ons betreft staat inderdaad wel vast dat het anders moet. De essentiële uitdaging is om zorgvraag te voorkomen (preventie), nog slimmer om te gaan met beschikbare middelen (innovatie) en meer leveren met minder mensen (efficiency), alleen al omdat niet één op de drie Nederlanders in de zorg kan gaan werken.
Laten we vooral aan de gang gaan
Het is verleidelijk in te gaan op de gehanteerde termen ‘passende zorg’ en ‘perverse prikkels’ en te proberen te komen tot werkbare definities. We zijn van mening dat dit gaat leiden tot oeverloze discussies. We kunnen beter aan het werk gaan. Een objectief oordeel over ”of het doel wel voldoende behaald is” zal overigens ook heel lastig zijn.
De transformatie is groot en we hebben geen tijd te verliezen. We moeten onnodige zorg voorkomen en benodigde zorg efficiënt, effectief en gepersonaliseerd leveren. Ook moeten we ervoor zorgen dat de positieve resultaten worden beloond. Deze beweging kan alleen samen met de patiënt, de familie en de omgeving vorm worden gegeven. En of we dat nu JZOJP, Zinnige zorg, Gezondheidsdenken, Gepast gebruik, Samen beslissen, VBHC, Waardegedreven zorg, Uitkomstgerichte zorg, Passende zorg of wat dan ook noemen, dat maakt niet uit.
Verbeteren door te leren
Morgen weer net iets slimmere (of beter passende) zorg leveren dan vandaag. En dat kunnen we doen door als specialisten, verpleegkundigen en bestuur samen te leren. Samen te kijken naar dingen die we doen; te zien welke interventies, processen, afspraken leiden tot de beste uitkomst voor de patiënt in combinatie met een optimale inzet van middelen. De verschillen bespreken, besluiten nemen en verbeteringen implementeren; zo houden we de zorg doelmatig, toegankelijk en passend. Op steeds meer plekken wordt al zo gewerkt, maar er valt nog veel te winnen door te versnellen en fors op te schalen.
Als we in staat zijn een binnen de gehele zorgketen en het sociale domein een op data gebaseerde, positieve en veilige leer- en verbetercultuur te creëren, kunnen we nog sneller stappen gaan maken.
De twee belangrijkste randvoorwaarden om de verbetercycli te voeden en de resultaten te borgen zijn goede (en dus vergelijkbare) data en beloning van innovatie.
Data
Om zorg te vergelijken hebben we data nodig, veel data. Nederland zit op een enorme hoeveelheid zorgdata die helaas erg gefragmenteerd en gelimiteerd ingezet wordt. Een goede dialoog tussen medische professionals over bijvoorbeeld praktijkvariatie moet gevoed worden met feiten. Welke voorgeschiedenis, interventies, op welke manier uitgevoerd en met welke nazorg bij welke patiënten hebben welke effecten? Op dit moment staan er praktische en juridische belemmeringen in de weg om domeinoverstijgend uitwisselen en goed vergelijken mogelijk te maken.
Er wordt veel geld en tijd besteed aan het genereren en interpreteren van data die verzekeraars en zorgaanbieders zelf (laten) bewerken. Die inspanningen en kosten komen niet ten goede van de zorg. Bovendien leiden ze ondanks de goede bedoelingen van de betrokken partijen nogal eens tot een patstelling over wie gelijk heeft.
Laten we zo spoedig mogelijk op nationaal niveau bekijken hoe we alle zinnige, domeinoverstijgende data ontsluiten en omzetten tot werkbare analyses en informatie voor alle zorgverleners. Data-uitwisseling en -verwerking ten behoeve van kwaliteits- en doelmatigheidsverbetering moet wettelijk beter geregeld worden. Dat gaat een verschil maken waar geen enkele goedbedoelde dialoog over kwaliteit van zorg of over gedetailleerde zorgprotocollen tegenop kan.
Beloning van innovatie
De zorginnovatie of -preventie die daarmee gedefinieerd en geïmplementeerd kan worden, moet natuurlijk wel lonen. Niemand gaat innoveren als het alleen maar geld kost of uiteindelijk betekent dat de continuïteit van de zorgorganisatie in gevaar komt. En dat kan snel het geval zijn met de zeer kleine marges in de zorg.
Een innovatie zoals een app die ervoor zorgt een patiënt beter voorbereid bij een specialist verschijnt en het proces van samen beslissen sterk verbetert, leidt tot minder invasieve ingrepen of zelfs het afzien van een ingreep. Fijn voor de patiënt en het stelsel, maar minder fijn voor het ziekenhuis. Een andere innovatie zoals chemotherapie thuis is enorm patiëntvriendelijk maar behoorlijk duur om te organiseren. Beide innovaties gaan ten koste van de financiële gezondheid van de zorgorganisatie terwijl ze een duidelijke (maatschappelijke) gezondheidswinst opleveren. En dat laatste is de drijfveer van iedere medisch professional.
Als zorginnovatie leidt tot andere, minder of efficiëntere zorg moeten de betrokkenen in de zorgketen hiervoor worden beloond of toch op zijn minst niet financieel voor worden gestraft en tijd krijgen voor aanpassing. De productieprikkel wordt op deze wijze ook ingeperkt. Langere termijncontracten, transformatiebudgetten, populatiebekostiging en shared savings-contracten moeten de komende jaren de standaard zijn en eenvoudig inzetbaar; geen ellenlange en complexe onderhandelingen.
Uitnodiging aan de overheid
Er zijn geen grote woorden nodig om de zorg te gaan verbeteren. Besturen en medisch professionals (vrijgevestigd en in loondienst) willen graag leren en verbeteren om het zorginfarct wat voor de deur staat te voorkomen. Men neemt graag de verantwoordelijkheid om vanuit gezondheidsdenken in alle gelederen van de zorg duidelijke leercycli te introduceren en bevindingen concreet te implementeren en op te schalen waar mogelijk, zodat we van passende zorg de norm maken.
Daarvoor vragen we twee zaken:
- Kunnen we zo snel mogelijk rond de tafel om een plan te maken hoe we alle gefragmenteerde zorgdata en best practices gaan ontsluiten, transparant en vergelijkbaar kunnen maken en daadwerkelijk gaan gebruiken? En kunnen we onnodige barrières vanuit verstikkende privacywetgeving gaan doorbreken?
- Kunnen we ervoor zorgen dat innovatie loont? En dat leren en verbeteren in een veilige omgeving de norm wordt en nooit een negatief effect kan hebben?
Maar wat het antwoord op onze vragen ook is: wij zijn al aan de slag. Doet u mee?
Wim van Harten, rvb Rijnstate Ziekenhuis
Sophia de Rooij, rvb Amstelland Ziekenhuis
Jan Martin Wijnsma, rvb Tjongerschans Ziekenhuis
Arjen Hakbijl, rvb Ziekenhuis Gelderse Vallei
Paul van der Wijk, rvb Wilhelmina Ziekenhuis
Patrick Vink, rvb Medisch Centrum Leeuwarden
Astrid Posthouwer, rvb Meander Medisch Centrum
Tim Simmers, MSB Catharina Ziekenhuis
Martin Meijerink, MSB Maasstad Ziekenhuis
Jeroen Rütter. CMSR Rijnstate
Amber Goedkoop, MSB St. Antonius Ziekenhuis
Bert Wibbens, MSB Ziekenhuis Amstelland
Ronne Mairuhu, MSB Haga Ziekenhuis
Dave van de Zwaan, MSB Flevoziekenhuis
Stefan Koomen, MSB Spaarne Gasthuis
Chris van den Haak en Nika Stegeman, BDO
Noël van Oijen en Arno Rutte, Vintura
Michel van Schaik en Marleen Jansen, Rabobank
Tom Everhardt en Rolf Bremmer, Logex