Ook de GGD’en voelen het oplopende tekort aan forensisch artsen. Zij pleiten met artsen, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en voormalige ministers al jaren voor investering in de forensische geneeskunde. “Nu treft het kwetsbare kinderen en jongeren die mogelijk slachtoffer zijn van seksueel geweld. Dat is schrijnend”, reageert Coenen. De directeur vraagt om snelle duidelijkheid over de financiering.
Noodverbanden
De lijst onderzoeken en oproepen van allerlei partijen om te zorgen voor meer goede forensisch artsen is lang. De laatste was eind 2021 toen drie ministers meldden dat zij de randvoorwaarden voor forensische geneeskunde wilden verbeteren, onder andere door een structurele investering van 20 miljoen. “De besluitvorming hierover is aan het volgende kabinet”, schreven zij, op het moment dat de laatste hand gelegd werd aan het coalitieakkoord. “In het coalitieakkoord is opnieuw de structurele investering in de forensische geneeskunde niet opgenomen”, constateert GGD GHOR Nederland.
“De incidentele gelden, waarmee jaren getracht is om de forensische geneeskunde drijvende te houden, zijn goed ingezet. Maar opleiden kost jaren. Het voortdurend uitblijven van een structurele oplossing, en van perspectief heeft geleid tot de huidige situatie.” Inmiddels is de eerste noodmaatregel – inzet van niet-forensisch artsen voor gemeentelijke lijkschouw – al van kracht. Een tweede noodverband – voor het zedenonderzoek bij minderjarigen – moet nu met spoed gevonden worden. Ook andere onderdelen van forensische geneeskunde, zoals Forensisch Medische Expertise en Medische Arrestantenzorg, lijden onder de tekorten en worden met steeds grotere moeite uitgevoerd. “De GGD’en voeren een tweejarig versterkingsprogramma uit ter versterking van de forensische geneeskunde, maar de druk op de huidige groep forensisch artsen is te groot en ook de samenleving zal steeds meer merken van de tekorten.”
Financiering
Een noodverband is niet zonder consequenties: een extra inzet op de ene taak zal ten koste gaan van andere taken. Ton Coenen: “Hoeveel noodmaatregelen komen er nog, voordat de structurele maatregelen getroffen worden die volgens al die partijen en onderzoeken noodzakelijk zijn? We zijn het moment van ingrijpen echt al voorbij”. De directeur vraagt het kabinet daarom om snelle duidelijkheid over de financiering.