Dat blijkt uit de kerncijfers borstkanker die IKNL op 13 april publiceerde. De meeste patiënten werden in 2021 gediagnosticeerd met een kleine tumor (stadium I, 41 procent). Bij 5 procent betrof het uitgezaaide borstkanker (stadium IV).
De diagnose wordt het vaakst gesteld bij vrouwen tussen 50 en 74 jaar – dat is ook de leeftijd voor deelname aan het bevolkingsonderzoek. Tumoren die via het bevolkingsonderzoek worden gevonden, bevinden zich vaker in een gunstiger en beter behandelbaar stadium. In 2021 werd 56 procent van deze tumoren via bevolkingsonderzoek ontdekt, in 2020 was dat 40 procent. Veel lager, omdat het bevolkingsonderzoek toen werd stopgezet.
Operatie en overleving
Ongeveer 1 op de 7 vrouwen krijgt borstkanker gedurende haar leven. Na de diagnose borstkanker volgt bijna altijd een operatie (ongeveer 90 procent). Een borstsparende operatie met postoperatieve radiotherapie is daarbij de meest voorkomende behandeling (55 procent). De overleving van borstkanker hangt voor een groot deel samen met het stadium. Van alle patiënten met een stadium I-tumor is na tien jaar 95 procent nog in leven. Bij stadium II en III is dit 83 en 58 procent. Bij uitgezaaide borstkanker (stadium IV) is de tienjaarsoverleving maar 7 procent. De laatste decennia is de overlevingskans bij borstkanker sterk toegenomen, vooral in stadium II en III. Van alle patiënten die een borstkankerdiagnose krijgen, keert bij 91 procent de ziekte na vijf jaar niet terug.