Ouder Worden 2040 is een landelijk programma dat werkt aan een maatschappelijk gedragen visie en een transformatieagenda voor de toekomst van het ouder worden in Nederland. Voor het onderzoek dat hiervoor nodig is, heeft het ministerie van VWS een subsidie verstrekt aan BeBright. Onder de partijen die hebben meegewerkt aan de transformatieagenda zitten een burgerraad, een veldraad vanuit zorg en welzijn en een maatschappelijke expertgroep. Ook de landelijke overheid en politiek zijn betrokken.
In de afgelopen jaren hebben de betrokken partijen zich gebogen over de vraagstukken die een ouder wordende bevolking met zich mee brengt. “Hoe benutten we de kracht van een groter wordende groep ouderen? Hoe kunnen we mensen helpen gezond te blijven en hoe draagt dat bij aan hun zelfredzaamheid? Hoe zorgen we voor passende zorg en ondersteuning als deze nodig is? En hoe huisvesten we een groeiende bevolking met betaalbare toegang tot de woningmarkt voor jongeren en passende huisvesting voor ouderen?”, zo is te lezen in de transformatieagenda die vandaag is verschenen.
Vijf thema’s
In de rapportage wordt een beeld geschetst van een samenleving die goed omgaat met ouder worden. “Een samenleving waarin iedereen, ook mensen in de derde en vierde levensfase, meedoet en ertoe doet.” De weg naar dit ideaal wordt getekend aan de hand van een vijftal thema’s, die lezen als een zeer hoog en ambitieus ideaal.
Het eerste gaat over langer en meer meedoen in de samenleving. “In 2040 is de samenleving zo ingericht dat mensen in die latere levensfasen nog steeds een actieve bijdrage kunnen leveren op de manier die hen past”, lezen we. “Beleid, voorzieningen, wetten, regels en maatschappelijke arrangementen stimuleren ieders potentieel.”
Het gaat volgens de partijen in Ouder Worden 2040 echter niet alleen over meedoen, maar ook over ertoe doen. “De waarde daarvan drukken we niet alleen uit in geld, maar ook in maatschappelijke waarde, in eigenwaarde, in relevantie en ontwikkeling, individueel en collectief”, schrijven ze. “Sociaal ondernemerschap en publiek-private samenwerking bieden de basis in ontwikkeling en financiering van innovatie en vernieuwing en dat biedt ook perspectief voor participatie op latere leeftijd. Arbeidsmarkt en pensioenen sluiten aan bij de gevarieerde behoefte gedurende de levensloop. Er is ruimte voor structurele maatschappelijke bijdragen in alle levensfasen.”
Wonen is een derde thema dat de komende twintig jaar bepalend zal zijn. “We werken aan een leeftijdsvriendelijke, vitale wijkinfrastructuur inclusief mobiliteits- en andere voorzieningen die daarbij horen. Er zijn voldoende passende woningen beschikbaar met ruimte voor ontmoeting en versteviging van de sociale (netwerk)structuur in de wijk. Het woningaanbod is flexibel en gevarieerd in gebruik. Gezondheidscentra en ook de zware verpleeghuiszorg zijn geïntegreerd in de wijk.”
Het vierde agendathema gaat over langer gezond blijven. “Individueel en collectief sturen we predictief en preventief aan op vitaliteit in de samenleving met blijvend passende ondersteuning waar nodig. Het zorgstelsel is geëvolueerd tot een eenvoudig, transparant functionerend geheel dat regionaal financiert op basis van vitaliteit van de gemeenschap”, zo leest het ideaalbeeld van ouder worden in 2040.
Het vijfde en laatste thema gaat over digitalisering en nieuwe technologie. “Alle publiekelijke technologische systemen zijn voor iedereen toegankelijk, laagdrempelig en intuïtief”, is hier het voorgespiegelde ideaal. “We hebben een infrastructuur gebouwd die integratie van digitale toepassingen op een passende manier faciliteert. En we zijn digitaal weerbaar. Iedereen kan digitaal meedoen op een veilige, betrouwbare, toegankelijke, gebruiksvriendelijke, begrijpelijke en persoonlijke manier.”
Uitvoering
De opstellers van de transformatieagenda erkennen dat de beweging naar (zo) goed ouder worden niet vanzelfsprekend is. “De vraagstukken die in dit programma geadresseerd worden raken iedereen, iedereen kan bijdragen aan de oplossing en iedereen heeft daar op zijn eigen manier ook verantwoordelijkheid in. De agenda is dan ook geschreven in de wij-vorm in het besef dat ‘wij’ tegelijkertijd iedereen en niemand is. Tijdens de werkgroep-bijeenkomsten is dan ook steeds de vraag gesteld wie zich aan welke onderwerpen wil verbinden om zo stap voor stap invulling te geven aan de realisatie. Op deze wijze is een begin gemaakt met de uitvoering van die agenda en wordt betrokkenheid en bijdrage de komende tijd verder uitgebouwd. (..) In aanvulling op de vijf agendathema’s beschrijven we dan ook uitvoerig de opzet en invulling van deze maatschappelijke dialoog en de wijze waarop realisatie van de agenda in samenhang gerealiseerd kan worden”, aldus de samenwerkende partijen in Ouder Worden 2040.