Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist werken samen bij het inkopen van jeugdzorg. Ze gebruiken een ‘open-house’ model voor de aanbesteding. Alle geïnteresseerde partijen die voldoen aan bepaalde eisen mogen meedoen. Dat beleid leidde begin dit jaar tot meer dan honderdveertig nieuwe zorgaanbieders. “Voorheen hadden we 273 contracten. Dus het aantal is minder geworden”,’ zegt wethouder Chantal Broekhuis (CDA) van de gemeente Utrechtse Heuvelrug in het AD.
Opvallend is dat de bulk van de gecontracteerde partijen zich bezighoudt met ambulante hulp, zo’n 140. Voor de specialistische zorg en zorg met verblijf zijn acht organisaties gecontracteerd. De keus voor meer ambulante aanbieders is een bewuste, aldus de wethouder. “Omdat we op dat gebied meer keuzevrijheid willen. En het is bedoeld om lange wachtlijsten in de jeugdzorg te voorkomen. Daarnaast willen we zorg zo dichtbij mogelijk organiseren.”
Het kabinet wil open house constructies juist beperken, omdat ze tot zo’n groot aantal aanbieders leiden. De reden dat ze niet helemaal worden verboden, is dat ze op een aantal plekken wel goed werken. Dat zijn echter plekken met een beperkt aantal aanbieders, waar de gemeenten goed zicht op hebben, zei staatssecretaris Maarten van Ooijen onlangs in de Tweede Kamer.
In de Bilt is het de PvdA-fractie die deze vorm van marktwerking een doorn in het oog is. “We waren net te laat om dit te corrigeren, aangezien de aanbesteding kortgeleden heeft plaatsgevonden”, zegt raadslid Krischan Hagedoorn in het AD. “Het zou goed zijn om in de toekomst alsnog het aantal te verminderen en de contractduur met partijen te verlengen. Dit maakt het voor inwoners overzichtelijker.”
Wethouder Broekhuis van de gemeente Utrechtse Heuvelrug sluit niet uit dat dit ooit gebeurt. Al blijft diversiteit volgens haar noodzakelijk om aan alle behoeften te voldoen, aldus het AD.