In de cao 2022-2023 is afgesproken om gedifferentieerde aanpassingen van de beloning door te voeren. Dit betekent dat medewerkers die werkzaam zijn in de schalen 7 tot en met 10 in de functiefamilies Verzorging en Verpleging, Klinisch (mede)behandelen, Klinisch ondersteunen, Analytisch personeel en doktersassistenten en verzorgenden in de directe patiëntenzorg tot de middengroepen behoren en een regeling krijgen met eigen salarisschalen. “In een aantal gevallen brengt dit ongelijkheid met zich mee”, aldus de vakbond. “Uiteindelijk is deze groep dan ook uitgebreid met de tandartsassistenten en leidinggevenden die 50 procent of meer klinische taken verrichten.”
Minimumloon
Verder is in het akkoord opgenomen dat per 1 januari 2022 een minimumloon van 14 euro wordt toegekend. “De NFU wilde aanvankelijk de 14 euro niet aan alle vak volwassen medewerkers toekennen, zoals leerlingen. Ook hierover hebben we alsnog overeenstemming bereikt”, reageert FNV.
Een andere afspraak die alsnog gemaakt is, is dat na afloop van een bereikbaarheids- of aanwezigheidsdienst in de nacht de medewerker altijd recht heeft op ten minste 8 uur rust, als er tussen 00.00 uur en 06.00 uur ten minste twee keer gevolg is gegeven aan een oproep of meer dan twee uren arbeid zijn verricht. Deze rusturen tellen als arbeidsuren mee voor de jaarurennorm.
Vervroegd pensioen
Ook krijgen medewerkers met een zwaar beroep het recht om drie jaar voor hun pensioengerechtigde leeftijd vervroegd uit te treden. Een regeling hiertoe wordt in de cao geïmplementeerd. De gesprekken hiertoe worden op korte termijn opgestart. Het recht om vervroegd uit te treden gaat in per 1 november 2022.
Daarnaast heeft de vakbond cao-afspraken gemaakt over scholing en ontwikkeling, vitaliteit en werkgelegenheid, generatiebeleid en Fuwavas.
Peter Koopman
Na-onderhandelen over reeds afgesproken CAO UMC, zo wordt nu gemeld is ongebruikelijk. De grote vakcentrales ( FNV en CNV ) kunnen de vakbond voor oa verpleegkundigen en verzorgenden, NU ‘91, dankbaar zijn voor het verkrijgen van een passende startpositie ook voor niet-verpleegkundigen, verzorgenden en doktersassistenten. Deze UMC CAO was inmiddels voorbeeldig voor de andere brancheCAO’s in de sector Zorg. Een gehele reparatie van de door de SER aangetoonde strukturele achterstand moet echter nog steeds gerealiseerd worden. ( peil 2021: 6% achterstand op lonen publieke sector en 9% op markt en dus ook te lage pensioengrondslag en basis van indexeringen ). De vakcentrales die ook in andere sectoren actief zijn en kenden derhalve deze verschillen; NU ‘91 stelde deze specifieke achterstand voor zorgberoepen stevig aan de orde. In het kabinet is er echter nog steeds geen partij die deze strukturele achterstand wil wegwerken. De minister van langdurende zorg meende zelfs dat, als je de toeslagen voor werk op onregelmatige uren meetelt, de beloning goed is! De toekomst zal leren of deze opmerking “olie op het vuur” betekende.