Volgens de arts-onderzoeker is het erg wisselend in welke mate artsen en verpleegkundigen met patiënten over seks praten. “Er is veel ruimte voor verbetering”, aldus Krouwel. Ze onderzocht hoe zorgpersoneel door het hele land met kankerpatiënten spreekt over de gevolgen van hun behandelingen voor hun vruchtbaarheid en seksueel functioneren.
Beerput
De arts-onderzoeker bevroeg onder meer oncologisch en plastisch chirurgen, radiotherapeuten, medisch oncologen en verpleegkundigen waarom zij liever niet over seksualiteit praten. Het antwoord varieerde. De meest voorkomende verklaring was tijdsdruk. “Want als een patiënt over seksualiteit wil praten, kan er een beerput opengaan. En dan? Artsen geven vaak aan dat ze niet de kunde hebben om de juiste behandeling te bieden. Zij hebben specialisten nodig om naar te verwijzen.”
Meer aandacht
In het verlengde van haar onderzoek is Krouwel bezig om het onderwerp breder onder de aandacht te brengen. Zo is ze onder meer medeauteur van de website van stichting Sick en Sex, waar adviezen omtrent verschillende ziektebeelden staan en hoe die seksualiteit kunnen beïnvloeden. Donderdag 12 mei verdedigt Krouwel haar proefschrift.
wulf@mede-menszijn.nl
Disciplinaire geneeskunde in onze ziekenhuizen, met artsen die maar op een smal terrein specialist zijn, heeft zeker nadelen.
M.F. Van Oostwaard
‘If you don’t take the temoerature, you won’t find the fever’. Als we het niet vragen, zullen we het ook niet weten. Maar angst voor de beerput die misschien opengaat zou een motivatie moeten zijn, in plaats van een belemmering, om het wél te doen. Zou de reden van het onbesproken laten niet veel vaker gêne zijn? Er bestaan overigens gewoon specialisten waar naar verwezen kan worden: de seksuoloog. Vaak gewoon binnen het eigen ziekenhuis en anders een praktijk in de wijk.