De eerste voortekenen ervaren we allemaal al, als onweer dat je in de verte hoort rommelen. Honderden koffers die onbeheerd op Schiphol liggen, de ober die zegt: “Iets drinken kan, eten lukt vandaag niet.” Er is te weinig personeel.
We redden het niet
De ontwikkeling van de arbeidsmarkt in de zorg en welzijn is echt iets om ongerust over te worden. Geschoold personeel wordt steeds schaarser en de komende jaren gaat 10 procent van de medewerkers in de vvt met pensioen. Nieuwe mensen komen er amper bij. Ja, uit de zorg zelf, maar niet van daarbuiten. Feitelijk zijn we dus – oneerbiedig gezegd – medewerkers aan het rondpompen. Je hoeft geen rekenwonder te zijn om te weten dat we het niet gaan redden als we zo doorgaan.
Buiten de kaders
Wat enorm opvalt, is dat het gesprek hierover in veel organisaties niet wordt gevoerd. En al helemaal geen brede dialoog met medewerkers, collega-organisaties en verzekeraars. Dat is echt een gemiste kans. Allereerst omdat er op deze manier heel veel denk- en veranderkracht onbenut blijft. Vergelijk het met een gezin – vader, moeder en twee puberkinderen – dat financieel even krap zit. Wat doet zo’n gezin? Juist, aan de keukentafel praten: “Jongens, dit is ons probleem. Hoe gaan we het oplossen?” Grote kans dat zelfs die pubers komen met ideeën waar je zelf niet op gekomen was. Waarom voeren we zo’n gesprek niet met onze medewerkers? Je hebt alle deskundigheid in huis om samen fantastische dingen te bedenken. Het helpt om buiten de kaders te denken en onorthodoxe mogelijkheden te zien.
Een tweede reden om die dialoog nú te voeren, is dat veranderingen tijd kosten. Zeker als het om fundamentele veranderingen gaat. Je moet er dus vroeg op anticiperen. We kennen allemaal de bevoegd-en-bekwaamdiscussie, en de gevoeligheden die er zijn over de inzet van vrijwilligers. Begrijpelijk: voor medewerkers is het niet fijn dat anderen ‘zomaar’ hun werk of soms zelfs vooral de leuke onderdelen ervan overnemen. Dat is dus niet iets dat je even van bovenaf dicteert, om vervolgens te verwachten dat het van een op de andere dag een succes is. En dan hebben we het nog niet eens over bijvoorbeeld de vergoedingen van verzekeraars.
Urgentie dankzij cijfers
In onze lerende netwerken begeleiden we organisaties die hiermee aan de slag zijn. We zien dat zorg- en welzijnsaanbieders die de brede dialoog wél voeren, echt stappen zetten. Dat begint met het begrip dat een andere beweging echt nodig is. Daarna komen medewerkers met prachtige nieuwe ideeën, bijvoorbeeld over roosters, collega-organisaties en verzekeraars zijn betrokken, en er volgen logische acties uit.
Deze organisaties baseren zich op heldere informatie. Enerzijds om het urgentiebesef te vergroten – in een tabel zíén hoeveel mensen je over vijf jaar tekort komt, is echt iets anders dan ergens wel weten dat er een probleem is – en anderzijds om systematisch interventies te ontwerpen en te monitoren. De informatie is er, dat is het probleem niet. Samen met het ministerie van VWS hebben we de belangrijkste data voor elke zorg- en welzijnsaanbieder inzichtelijk gemaakt. Gebruik die informatie. Maak concreet wat de uitdaging is, zoek met anderen naar oplossingen, onderbouw wat werkt, en déél die oplossingen ook. Hier moeten we samen de schouders onder zetten. En wel nú.