Beeld: Nuthawut / stock.adobe.com
“Ik hou er wel van om de druk op te voeren en dit soort systemen toch door te voeren”, zei toenmalig VWS-staatssecretaris Paul Blokhuis in november 2021 toen bleek dat twee maanden voor de invoering van het zorgprestatiemodel nog niet alle ict-leveranciers de nieuwe bekostiging konden ondersteunen.
Plan en werkelijkheid
Het implementatieplan voor het zorgprestatiemodel bestond uit drie fases: in januari 2022 moesten alle zorgverleners hun consulten kunnen registreren in de elektronische patiëntendossiers (epd’s), per 1 april moesten de declaraties gedaan kunnen worden en per 1 juli moesten zorgorganisatie de verplichte gegevens aan de Nederlandse Zorgautoriteit kunnen doorgeven. Het ministerie zou een “vinger aan de pols” houden.
Op 1 april konden niet alle zorgorganisaties hun consulten declareren. Sterker nog, op 1 juli konden nog niet alle zorgorganisaties hun consulten declareren.
Declareren
Parnassia Groep, die gebruikmaakt van het epd van PinkRoccade Healthcare, genaamd mQ, en van VIP-Live van Topicus zei in het nieuwsbericht: “Alle consulten en dagen worden geregistreerd en aan het declareren wordt de komende tijd nog hard gewerkt om dat na de zomer mogelijk te maken.” Michiel Walsteijn, managing director ggz van ict-leverancier PinkRoccade Healthcare, meldde zich na dit bericht bij de Skipr-redactie. Hij wil vermelden dat declareren en crediteren wel degelijk kan in mQ. “Als er problemen zijn in deze functionaliteit, kan dat overal in de keten zitten.” Veel ict-problemen die hij bij klanten ziet, spelen rond de interpretatie in de keten. “En daar werken wij hard aan, samen met onze klanten en de ketenpartners.” Veel minder vaak is het een technische tekortkoming bij de ict-leverancier.
Geen centrale regisseur
“Ten tijde van het vorige financieringssysteem, de dbc’s, was er een overheidsorganisatie die bepaalde hoe de wet geïnterpreteerd moest worden, namelijk DBC Onderhoud. In het zorgprestatiemodel is er geen centrale regisseur vanuit de overheid of vanuit het veld aangewezen”, legt Walsteijn uit. “Daardoor geeft iedereen zijn eigen interpretatie van de wet en van welke precieze vereisten de ict moet hebben om aan de wet te voldoen. Dat levert problemen op in het declaratieverkeer. Het gevolg daarvan is afkeuring van declaraties, terwijl de prestaties wel degelijk zijn geleverd.”
Registreren, declareren en crediteren speelt namelijk niet alleen tussen zorgaanbieder en ict-leverancier. De zorgverzekeraar, Vecozo, Vektis, NZa en VWS zijn hier ook allemaal partij in.
Mark Scholten
VWS legt hierover toch rekenschap af richting de Tweede Kamer?
Zonder regievoerder/ betrokken projecteigenaar wordt een basisregel geschonden die helpt om ieder ICT-project succesvol (binnen budget, met behoud van kwaliteit en binnen de (nieuw) gestelde doorlooptijd) af te ronden.
Dit artikel klinkt als een oproep aan VWS om nu de regie te gaan nemen.
Marleen van Amersfoort
In werkelijkheid zat het toch iets anders. Ten tijden van de invoering van het DBC-systeem was de programmaorganisatie in charge. DBC Onderhoud wilde terecht pas het geheel overnemen als het systeem uitontwikkeld was en zij kon doen waar zij voor was: onderhoud (en later doorontwikkeling). Een zorgvuldig implementatietraject, stap voor stap (inclusief tussentijdse validatietest bij ICTleveranciers) en met aan het einde de zogenaamde ketentest tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders, bracht op tijd eventuele fouten/misinterpetaties aan het licht. Het was daardoor volstrekt duidelijk wie de bottleneck in het proces was en bij wie dus de actie lag. Dat heeft niets te maken met eigen interpretaties en onduidelijkheid van de kant van de wetgever. Wel met zorgvuldige implementatie. Dat kost nu tijd maar voorkomt dit soort ellende achteraf.