Dat blijkt uit analyses van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) uit cijfers van de Gezondheidsenquête 2021. Het totaal aantal jongeren en volwassenen dat zegt last te hebben van pijn blijft sinds 2014 ongeveer gelijk.
Vrouwen geven vaker dan mannen aan belemmeringen te hebben door pijn. Bij zowel mannen als vrouwen lopen de cijfers op met de leeftijd. Het percentage vrouwen van boven de 72 jaar dat zegt pijn te ervaren is het hoogst: een uitschieter van 27 procent. Van alle mensen boven de 12 jaar met pijn krijgt 74 procent voorgeschreven medicijnen en 49 procent niet-voorgeschreven medicijnen, kruidenmiddelen of vitamines – al is niet bekend of die te maken hebben met de pijn. Bij mensen die niet gehinderd worden door pijn, gebruikt 40 procent niet-voorgeschreven middelen.
Opioïden
Naarmate de leeftijd stijgt, neemt ook het gebruik van opioïden toe. Aan kinderen worden deze sterke pijnstillers nauwelijks verstrekt. In de groep 12-plussers met pijn krijgt 23 procent opioïden. Na 65 stijgt dit tot 32 procent. (Bij 65-plussers die niet gehinderd worden door pijn is dit 12 procent.)
Mensen die in hun normale werkzaamheden last hebben van pijn, hebben vaak ook andere gezondheidsklachten. Zij beoordelen hun gezondheid lager dan mensen die geen hinder hebben. Ze zeggen vaker slaapproblemen te hebben en gaan vaker naar een huisarts, specialist, psycholoog, fysiotherapeut of alternatief genezer.