Dat meldt Radboudumc op 30 augustus. Hasselaar doet onderzoek in samenwerking met Stichting Agora, de landelijke kennis- en ontwikkelorganisatie die de palliatieve (zorg-)benadering met het sociaal domein verbindt.
Zorgende gemeenschap
De palliatieve zorg moet volgens Hasselaar meer aanhaken bij de reguliere zorg, waarbij duidelijk moet blijven dat sterven en lijden geen specifiek medische zaken zijn. Het vraagt om verbinding met de hele zorgende gemeenschap. Nu steeds meer mensen thuis worden behandeld in de palliatieve fase, speelt de vraag op hoe dit in te richten. Een voorwaarde om mensen langer thuis te houden is dat het zorgdomein en het sociaal domein de juiste hulp bieden voor zorg en ondersteuning thuis. Jeroen Hasselaar: “Samen met Agora gaan we werken aan proeftuinen waar bijvoorbeeld de wethouder aan tafel zit met huisartsen, wijkverpleegkundigen en andere mensen uit de eerstelijnszorg. Zij werken samen vanuit concrete casussen en bespreken hoe ze mensen met een ongeneeslijke ziekte en hun naasten optimaal ondersteunen. Zo onderzoeken we hoe we zorg duurzamer kunnen inrichten en de palliatieve zorg landelijk verbeteren.”
CV Jeroen Hasselaar
Jeroen Hasselaar (1976) studeerde Gezondheidswetenschappen aan de Erasmus Universiteit en Toegepaste Ethiek aan de Universiteit Utrecht. Hij promoveerde in 2010 op onderzoek naar de praktijk van palliatieve sedatie met aandacht voor de medische en ethische aspecten, en evalueerde de eerste landelijke richtlijn voor palliatieve sedatie. Na zijn promotie bleef Hasselaar bij de afdeling Anesthesiologie, pijn en palliatieve geneeskunde van het Radboudumc, waar hij universitair hoofddocent is. Daarnaast bekleedde hij adviesfuncties bij de Nederlandse Federatie van UMCs (NFU). Sinds 2020 werkt hij tevens als afdelingshoofd Onderzoek Eerstelijnszorg bij het Nivel.