Zorgaanbieders compenseren hun verliezen in de wijkverpleging met inkomsten uit de Wlz of de Wmo. Dat is de belangrijkste reden dat ze, ondanks de niet-kostendekkende tarieven, zwarte cijfers schrijven, legt Jeroen van de Oever, tevens directievoorzitter van zorgorganisatie Fundis, uit. Zwarte cijfers zijn noodzakelijk om kredietwaardig te blijven voor banken en het Waarborgfonds Zorg. Zorgaanbieders hebben daarom maar beperkt ruimte om financieel onrendabele contracten te weigeren.
Verliezen wijkverpleging
Het gevolg van de verliezen op de wijkverpleging is wel dat allerlei noodzakelijke investeringen niet gebeuren. Er zijn te weinig middelen voor “opleidingen, goede afstemming en samenwerking, investeringen in ict voor bijvoorbeeld overdrachten en informatie-uitwisseling of investeringen in thuiszorgtechnologie”.
Race naar de bodem
Bovendien blijven de niet-kostendekkende tarieven nog jarenlang doorwerken. In het jaarlijkse zorginkoop-circus vormen de te lage tarieven het uitgangspunt voor een nieuwe onderhandelingsronde. Kortingen worden niet gerepareerd, maar werken lang door. Van den Oever noemt dit “de race naar de bodem…”
Hoge werkdruk
Ook voor zorgmedewerkers en cliënten zijn er gevolgen. De werkdruk is te hoog en er is nauwelijks tijd voor de eigen professionele ontwikkeling. Dat komt doordat de focus volledig ligt op de directe zorgverlening, want alleen daarvoor krijgen zorgaanbieders betaald.
Cliënten wachten langer
Cliënten moeten ook steeds langer wachten of krijgen soms “nee” te horen. De ondergrens is bereikt, wat betreft Van den Oever.
Nieuwe bekostiging wijkverpleging
Als oplossing pleit Van den Oever voor een nieuwe bekostiging wijkverpleging. Die zou ook ruimte moeten bieden voor opleiding, afstemming, samenwerking en investeringen in thuiszorgtechnologie. De onderhandelingen met zorgverzekeraars zouden niet alleen moeten gaan over doelmatigheid, maar over de grote opgave waarvoor de wijkverpleging staat.
Noodklok voor wijkverpleging
Op 31 augustus hebben negentien grote zorgaanbieders een dringende oproep gedaan aan de overheid en zorgverzekeraars om te investeren in thuiszorg.
Hans Buijing
Zo is het maar net. En dit is precies wat wij de laatste jaren als Zorgthuisnl telkens gemeld hebben: de inkomsten Wlz houden veel zorgaanbieders overeind; de wijkverpleging zelf is verlieslatend. Aanbieders die alleen inkomsten Zvw (en/of Wmo) hebben zien al jaren dat de kosten van 1 uur zorg niet gedekt worden door de opbrengst; de tarieven zijn te laag en niet kostendekkend. De sector is uitgekleed en loopt op de laatste benen. De wijkzorg is verschraald en zo niet toekomstbestendig en nu niet in staat om de ambities rondom langer thuis wonen waar te kunnen maken.
De verzekeraars geven nu toe dat ze “misschien te veel op doelmatigheid” hebben gestuurd. De NZA wist het maar stond erbij en keer er naar. En VWS en de minister wisten en weten het, maar lieten het gewoon toe. Alle overleggen over de laatste jaren binnen het hoofdlijnenakkoord Wijkverpleging (HLA wijk) gingen over de ontoereikende tarieven, de weigering van de verzekeraars om de Ova (indexatie) 1:1 door te geven. De wig tussen wat een uur kost en wat het oplevert werd steeds groter. Nu wordt het tijd dat het ministerie en de NZA actie onderneemt en niet langer wegkijkt. De systeemverantwoordelijkheid ligt immers nog steeds bij de minister!
Peter Koopman
We naderen langzaamaan een Zorgramp: “professioneel verplegen en verzorgen thuis” wordt geschiedenis! VWS als systeemverantwoordelijke, met beperkte inhoudelijke informatie over “wijkverpleging” ( excl. huishoudelijke schoonmaak ) blijken vooral macro-economisch budgetgedreven en geobsedeerd door digitale oplossingsadviezen. Het basale werk wordt onderschat. Omdat de werkdruk ( ervaren werklast ) sterk toenam en niet alleen door de toegenomen complexiteit van de zorgvraag (Kim de Groot, Wolter Paans in TVZ 04/2022pg 44 ev), maar ook door de toenemende randvoorwaardelijke informatie van organisatorische aard die frustratie verhogend is. Ook de Rijksoverheid werkt daarmee dus mee aan het verhogen van de werkdruk en daarmee uitstroom uit deze zorgbranche. Geen vertrouwen meer om voldoende budget beschikbaar te krijgen om professioneel te kunnen werken met voldoende collega’s. Nu heeft de huidige Minister van langdurige zorg vooral een “snijdende basis” en daarnaast afstandelijk bedrijfskundige en bestuurlijk gevormd. Omgeven door een ambtelijke top vanuit de algemene bestuursdienst lijkt zij ook niet geholpen te worden haar inzicht met primaire informatie op dit “dossier” realistisch eigen te maken. In TVZ pleitten voormelde auteurs beperk de informatie tot patiëntgebonden kwesties, zodat de frustratie over randvoorwaarden hen bespaard wordt. Is dat de oplossing die Rutte IV via VWS nastreeft? Luister aub serieus dus naar NU’91 en vakcentrales. Maar ook naar ActiZ:/ Jeroen van de Oever: hij slaat de spijker echt op de kop.
Engelien Geerdink-Officier
helaas heeft Jeroen vd Veer meer dan gelijk. vanuit de huisartsen wereld wordt steeds vaker gesignaleerd dat in de ACP (advanced Care Planning) toegezegde palliatieve sedatie ( !) niet waar gemaakt kan worden omdat er geen zorg voorhanden is…… wellicht goed als LHV en Actiz de koppen bij elkaar steken ?!
Engelien Geerdink-Officier Scen arts huisarts np