Foto: Picscout/iStock
De analyse is gebaseerd op de jaarverslagen van 764 zorginstellingen actief in Nederland. Deze instellingen zijn gezamenlijk goed voor 76,7 miljard euro aan bedrijfsopbrengsten. Gemiddeld hebben de zorginstellingen een hoger rendement gehaald, 1,9 procent tegen 1,6 procent een jaar eerder. De positieve resultaten zijn volgens de analisten vooral te danken aan coronacompensatie en vastgoedposities. “Positieve rendementscijfers voor verschillende subsectoren tonen aan dat de compensatieregelingen hun werk hebben gedaan. Net als over 2020 is de toename van het rendement ook over 2021 volledig toe te schrijven aan verdere dalende kapitaallasten. Dit laatste effect zal nog slechts van korte duur zijn door oplopende rentetarieven en hogere bouwkosten”, schrijft EY.
Verschillen in behaald rendement
Tussen de deelsectoren zijn verschillen in het behaalde rendement te zien. Er zijn vier subsectoren die een rendement behalen van meer dan 2 procent: ouderenzorg, geestelijke gezondheidszorg en RIBW’s (2,3 procent) en gehandicaptenzorg (2,2 procent). Vooral opvallend zijn de RIBW’s die over 2019 en 2020 nog rode cijfers schreven.
Minder succesvol in 2021 waren de umc’s (0,9 procent), revalidatiecentra (0,6 procent) en zelfstandige behandelcentra (0,0 procent). “De revalidatiecentra hebben vooral last gehad van het feit dat de compensatieregelingen het boekjaar 2019 als uitgangspunt hebben genomen”, verklaart Rob Leensen, partner bij EY en een van de initiatiefnemers van het onderzoek. “Dat was het jaar waarin de revalidatiecentra nog geen voordeel hadden van de tariefherijkingen. Het nulresultaat van de zelfstandige behandelcentra wordt veroorzaakt door de opstartverliezen van een startup op gebied van protonentherapie.”
Vastgoedstrategie
Een hoger rendement betekent niet per se dat een subsector er voor de komende jaren zo veel beter voorstaat. “Als we een slag dieper kijken naar het relatief hoge rendement in de langdurige intramurale zorg, dan zien we dat dit nog steeds voornamelijk wordt gerealiseerd op het vastgoed”, vervolgt Leensen. “De lage rentetarieven en een lager investeringsniveau over de afgelopen jaren leiden namelijk tot een lagere kapitaallast dan de vergoeding vanuit de NHC. We voorzien wel dat dit eindig is. Zo zijn forse investeringen noodzakelijk, onder andere in digitalisering en technologie, terwijl de bouwkosten en rentetarieven juist enorm stijgen én in 2024 naar verwachting een korting van 8 procent zal worden toegepast op de NHC. Ons advies is om de vastgoedstrategie (gebaseerd op de organisatiestrategie) zo snel mogelijk te herijken, investeringen in beeld te brengen en tijdig financiering uit de markt te halen om nog te kunnen profiteren van de lage rente.”
Personele kengetallen
Dat er voor geen enkele sector reden voor grote feestvreugde is, blijkt uit de cijfers over personeel in de zorg. Het tweede coronajaar heeft alle personele kengetallen in de zorg naar recordhoogten gestuwd. Het verzuim kwam voor het eerst uit boven de 7 procent. “Zorgwekkender zijn echter de signalen dat het in 2022 nog erger wordt door de uiterst besmettelijk Omikron-variant. Bijna elke zorginstelling heeft in het eerste kwartaal van 2022 te maken gehad met verzuimcijfers die varieerden tussen de 10 procent en 15 procent. In combinatie met opdrogende compensatieregelingen had dat veelal rode cijfers tot gevolg.”
Hoger verloop
Het verloop komt op bijna 15 procent uit. “Ongeveer één op de zeven zorgmedewerkers wisselde in 2021 van baan. Het hogere verloop heeft direct zijn weerslag op de inzet van externen, die in 2021 is toegenomen van 7,6 procent naar 7,7 procent. Deze toename lijkt beperkt, maar is in wezen veel hoger omdat het percentage van 2020 vertekend is door de zorgbonus. De zorgbonus verhoogde de personeelskosten 2020 eenmalig, waardoor de inzet van externen uitgedrukt als percentage van de personeelskosten lager is.”
Tot slot is ook het aantal vacatures en de inzet van zzp’er reden tot zorg volgens EY. De inzet van externen kwam uit op bijna 8 procent en één op de 25 zorgbanen is vacant.
Peter Koopman
2021 blijkt ook uit de financiële rapportage binnen de zorgbranches een rampjaar voor verzorgenden IG en verpleegkundigen geweest te zijn. Tussen 10 tot 15% verzuim en 15% verloop ! De werklast is enorm toegenomen. Men zwijgt over de loonkloof van 9% ( peil 2020 ) die als zwaard van Damocles nog boven deze cijfers hangt. Een en ander ondanks goed bedoeld applaus, bonus + bonusje en sorrypenitentie van 1,13% voor loonkloof. Wat een slechte start voor het huidig jaar 2022 en zeer wankele basis voor de VWS plannen voor 2023 (wegwerken wachtlijsten, accent op passende zorg, aftoppen thuiszorg, stimuleren positieve preventie enz.) wie krijgt de “zwarte Piet” voor deze rampgegevens, toch niet Covid-19?