Dit IZA ligt, hoewel nog in concept, nu klaar als richtlijn voor komende jaren. Het IZA doet de naam recht aan en is inderdaad integraal. Integraal in naam, niet in de gedachte. Want het leest als de neerslag van polderen. Talloze belangen en brancheverenigingen laten visies en perspectieven optekenen. Het is vooral een optelsom van al deze perspectieven.
Veel plannen voor de regio’s
Het is de vraag hoe erg die missende integraliteit is, want er zit wel degelijk een consistente gedachte in het IZA. Het woord ‘plan’ komt exact 250 keer voor in het document en het woord ‘regio’ maar liefst 384 keer. Er komen dus plannen, heel veel plannen, voor de regio’s. En de regio’s moeten die plannen zelf gaan maken waarbij het IZA richting geeft over hoe dat planproces eruit moet zien.
Te veel knoppen
Als je het IZA leest ga je al snel denken: dit is te groot om te slagen. We willen tegelijkertijd aan te veel knoppen draaien. Maar misschien moeten we dat gewoon maar eens gaan doen. Samenwerking en afspraken op regionaal niveau zijn niet makkelijk, dat weten we als Raedelijn. Maar uit het IZA spreekt wel richting en vertrouwen dat regio’s dat kunnen. Met zorgverzekeraars, gemeenten en zorgaanbieders die hun verantwoordelijkheid nemen en ook, eindelijk, noodzakelijke keuzes durven maken. Juist in het belang van de inwoner in de regio, de zorgmedewerkers en de houdbaarheid van ons collectieve systeem.
Dus laten we beginnen met de afspraken maken die we te lang hebben uitgesteld in de regio: wie levert op welk gebied welke capaciteit en hoe gaan we dat samen eens wat simpeler organiseren? Dat klinkt gemakkelijk, maar is heel complex. De regio’s staan dus voor een flinke uitdaging. Laten we dat maar eens gaan waarmaken bij ons in Utrecht.
hmcmanagement
Logisch dat de kopman van ROS Raedelijn deze opinie heeft. De regiocontext is zijn werkgebied en bestaansrecht. Van realiteitsbesef getuigt dat hij meedeelt “Als je het IZA leest ga je al snel denken: Dit is te groot om te slagen. We willen tegelijkertijd aan te veel knoppen draaien.” maar daarna verlaat hij de weg van realisme ondanks nog een uiting van besef van praktijkervaring betreffende regioniveau.
De problematiek die het IZA te lijf wil gaan met een bestuurlijk monstrum slaat namelijk een paar belangrijke onderdelen van demping van de zorgkostenstijging over en dat zijn: A. de vereiste interdepartementale samenwerking onder leiding van het ministerie van Algemene Zaken (VWS is niet de goede partij om leiding te geven aan deze majeure operatie: Kuipers als minister van VWS heeft niet de positie als Kuipers in de rol van Vz. RvB Erasmus MC!), B. de producenten/importeurs/groothandelaren/detaillisten in levensmiddelen worden in IZA niet als belangrijke partij meegenomen (gezonde voeding is niet onbelangrijk!) en C. de revolutionaire aanpak van IZA is niet aan de orde zolang de mogelijkheden van hetgeen in gang is gezet de nodige bemoedigende praktijkresultaten laat zien (zoals IZA her en der ook vermeldt!).
Tenslotte, het is bekend van politiek Den Haag dat plannen maken de voorkeur heeft boven realistische plannen uitvoeren. Maar laten we nu eens wat meer gebruik maken van de rapporten van de Algemene Rekenkamer alvorens ons in het volgende avontuur te storten. Zeker in de huidige precaire tijd moeten onoverdachte investeringen in bestuurlijke, financiële en organisatorische vermeden worden. De nationale begroting heeft daarvoor geen ruimte.