Cliëntenorganisatie MIND (voor ggz-cliënten en naasten) had een week eerder al om principiële redenen besloten het IZA niet te ondertekenen. Twee onderwerpen waren voor de achterban van MIND doorslaggevend: de mogelijke aantasting van de privacy van burgers door verruiming van het gebruik van patiëntgegevens en beperking van de ongecontracteerde zorgaanbieders.
IZA
Desondanks gaat MIND wel meewerken aan de goede punten in het IZA. MIND-directeur Marjan ter Avest: “Ondanks dat we niet meetekenen, gaan we nu aan de slag. Vanuit de kennis en kunde die MIND in huis heeft, zullen we actief betrokken zijn op belangrijke punten in de uitvoering van het IZA. Zo gaan we onder andere aan de slag met de uitwerking van een landelijk dekkend netwerk van zelfregiecentra, het uitbouwen van e-community’s voor lotgenotencontact en het realiseren van een regionale infrastructuur voor cliëntvertegenwoordiging. Ook blijven we meewerken met alle partijen om de wachtlijsten in de ggz terug te dringen. Dit alles doen we vanuit het belang van cliënten en naasten in de ggz.”
Bijval voor MIND
MIND heeft naar eigen zeggen veel bijval gekregen voor het niet ondertekenen van het IZA. De steun kwam vanuit de achterban, cliënten en naasten. Ook meerdere beroepsgroepen in de ggz en sociaal domein toonden begrip.
MIND buitenspel
Op de weigering van MIND volgden geen pogingen van VWS om MIND alsnog mee te krijgen. “Omdat het standpunt van MIND inhoudelijke wijzigingen op enkele fundamentele punten van het IZA zou vergen, werd niet verder met MIND onderhandeld. VWS liet ons weten dat de andere ‘nee tenzij en ja mits partijen’ geen tekstuele wijzigingen vroegen maar garanties in de uitvoering van het IZA. Om die reden ging VWS met hen wel verder in onderhandeling,” aldus Marjan ter Avest.
Vrije artsenkeuze
Marjan ter Avest betreurt het dat er geen ruimte was om het IZA inhoudelijk te veranderen. “Tegelijkertijd zijn we blij met de punten die we tijdens de onderhandelingen hebben kunnen inbrengen en die het akkoord wel hebben gehaald. Wat betreft de onderwerpen die onze kernwaarden raken: die zullen we ook de komende jaren blijven verdedigen. Denk bijvoorbeeld aan het recht op vrije artsenkeuze, gegevensbeschermingen en het uitgangspunt dat passende zorg ‘bewezen effectieve zorg’ is. De methoden om te toetsen wat ‘bewezen effectief’ is, houden wat ons betreft te weinig rekening met de leefwereld en beoordeling van de (individuele) ggz-cliënt. Op deze onderwerpen zullen we dus zeker van ons laten horen.”