In juni 2020 heeft de VNG een resolutie aangenomen over een Norm voor Opdrachtgeverschap (NvO). De NvO stelt onder meer dat de gemeenten in regionaal verband een regiovisie opstellen voor de jeugdhulp. Die visie moet aangeven hoe de gemeenten vanuit hun rol als opdrachtgever de beschikbaarheid en continuïteit van jeugdhulpfuncties borgen. De Jeugdautoriteit heeft nu na twee jaar een inventarisatie gemaakt van de jeugdhulpvisies. Daaruit blijkt dat 56 procent van de regio’s een regiovisie heeft. Zeven procent van de regio’s heeft dat “enigszins” en 37 procent niet. Ruim een derde van de regio’s heeft dus geen visie voor de jeugdhulp. Dit terwijl de gemeenten de afgelopen jaren de kosten voor de jeugdzorg nauwelijks meer konden dragen. Tegelijkertijd bleek er voor kinderen en gezinnen met de meest ernstige problemen vaak geen geschikte behandeling of begeleiding.
Grote verschillen tussen regio’s
Bij de 24 regio’s die wel over een visie beschikken, zijn er verschillen zichtbaar in de intensiteit en kwaliteit, stelt de Jeugdautoriteit verder vast. “Sommige regio’s hebben de visie “eenvoudig” gehouden met het doel om aan de verplichtingen te voldoen. Andere hebben naast een visie met een stip op de horizon ook veel aandacht besteed aan de bijbehorende transformatieopgave en hoe deze verwezenlijkt moet worden. Drie regio’s hebben ‘enigszins’ een regiovisie. Het gaat dan om een conceptvisie waar nog een verdiepingsslag op komt. Ook zijn er enkele regio’s die een alternatief document hebben dat in de letterlijke zin geen ‘regiovisie’ heet, maar waarvan de regio van mening is dat hiermee aan de NvO wordt voldaan.”
In de geest van de NvO
In 16 regio’s is er geen regiovisie. In ongeveer de helft daarvan is dit een bewuste keuze. “Deze regio’s vinden het niet nodig omdat ze van mening zijn dat ze al naar de geest van de NvO werken en dat soms ook elders (deels) hebben vastgelegd. Zij vinden het zonde van de energie om het nader te expliciteren in een separaat document. Bij de andere helft is het ontbreken van de regiovisie geen bewuste keuze. Ze zijn er heel laat aan begonnen, hadden andere prioriteiten of het bleek binnen de regio heel lastig te zijn om gezamenlijk op één lijn te komen en samen één visie te maken. Deze regio’s verwachten eind 2022 of begin 2023 alsnog een vastgestelde visie te hebben.”
Helft van de uitgangspunten
De regiovisies die er zijn, voldoen niet altijd aan de Norm voor Opdachtgeverschap. Per onderdeel van de NvO is het aantal regiovisies dat aan de afspraak voldoet steeds rond de 75 procent. Als dus ook de regio’s zonder regiovisie worden meegeteld, dan kan worden geconcludeerd dat aan elk van de uitgangspunten van de NvO door een krappe helft van de regio’s aantoonbaar is voldaan.
De Jeugdautoriteit heeft een aantal aanbevelingen voor de regio’s en voor de landelijke overheid. Zo moeten gemeenten in de regio samenwerken om de lokale toegang tot zorg in te vullen. Regio’s moeten aanbieders en andere stakeholders laten participeren om hun kennis te benutten. Ze moeten hun regiovisies van een ontwikkelprogramma en een budget voorzien. De Rijksoverheid moet regio’s vooral de ruimte geven om hun governance in te richten. Het gaat volgens de Jeugdautoriteit niet primair om de vorm maar om de stabiliteit en robuustheid van de samenwerking.