De organisatie vreest een “ernstig tekort” aan artsen die bereid zijn elders dan in een ziekenhuis aan de slag te gaan en huisarts, specialist ouderengeneeskunde (in bijvoorbeeld een verpleegtehuis) en jeugdarts willen worden. “De verwachting is dat de werkdruk en wachttijden voor zorg buiten het ziekenhuis nog verder toenemen”, zegt SBOH.
Instroom blijft achter
“Er zijn goede opleidingen, maar de klasjes komen niet vol”, aldus een woordvoerster. De huidige instroom blijft fors achter bij het aantal opleidingsplaatsen dat VWS nodig vindt en beschikbaar heeft gesteld, zegt SBOH. Voor een opleiding tot huisarts kiest weliswaar nog wel een derde van de mensen die zijn afgestudeerd als basisarts, maar ook dat is aan de geringe kant, namelijk 80 procent van het aantal instromers dat nodig is. Nog groter zijn de problemen bij de instroom van specialisten ouderengeneeskunde en jeugdartsen, namelijk respectievelijk 50 en 40 procent van wat er aan nieuwkomers bij zou moeten komen.
Te weinig aandacht
Een van de oorzaken is volgens de organisatie dat er tijdens de opleiding geneeskunde te weinig aandacht is voor de artsenberoepen anders dan in het ziekenhuis. “Wat ook speelt is dat de opleiding en de uitoefening van het artsenvak in de praktijk onvoldoende aansluiten op de huidige tijdsgeest, zoals het belang van een gezonde werk-privé balans.” Toch is niet zeker hoe de geringe belangstelling helemaal verklaard en aangepakt kan worden.
Basisartsen moeten ook beter worden geïnformeerd over de mogelijke medisch vervolgopleidingen en de keuzes die ze hebben, vindt SBOH. (ANP)