“Er zijn wel problemen in de zorg, maar niet omdat het stelsel niet goed functioneert”, stelt Bouwmans in gesprek met Skipr-hoofdredacteur Simon Broersma. Hij wijst op de huidige problemen op de woning- en energiemarkt. “Daar hebben ze niet gedaan aan gereguleerde marktwerking en zie daar nu nog maar eens de greep op terug te krijgen.”
Goed georganiseerd
“De problemen zoals op de woningmarkt kennen we in de zorg helemaal niet. Iedereen heeft zijn verzekering en iedereen kan naar de dokter. Dat is best wel goed georganiseerd”, zegt Bouwmans. De marktwerking in de zorg zou wat hem betreft als voorbeeld kunnen dienen voor hoe je de energiesector en de woningmarkt had moeten regelen.
Historisch perspectief
Bouwmans plaatst de discussie over het stelsel in een historisch perspectief, dat uitgebreid staat beschreven in zijn boek Het Zorgstelsel Ontrafeld. Het huidige stelsel, met een gereguleerde marktwerking en een prominente positie voor de zorgverzekeraars, is in zijn ogen ontstaan als “goed doordacht compromis” tussen zeer verschillende denkrichtingen.
Belangen en meningsverschillen
De eerste pogingen om de twee oude systemen – ziekenfonds en particulier – in elkaar te schuiven, mislukten. “Dat heeft alles te maken met de grote belangen. Er gaat veel geld in om, en er zijn grote meningsverschillen”, zegt Bouwmans. “Dat maakt het heel moeilijk om het stelsel, dat niet goed meer functioneerde, te veranderen. Iedereen was van mening dat het toenmalige stelsel niet lang vol te houden was. Er moest iets veranderen. Zie alleen maar eens het compromis te vinden waarmee alle belangen gediend worden. Dat is feitelijk wel wat er in 2006 gebeurd is met de stelselwijziging.”
Marktwerking van alle tijden
Bovendien wijst Bouwmans erop dat het een misvatting is dat de marktwerking pas in 2006 is ingevoerd. Die was er in zijn optiek altijd al en is het onvermijdelijk dat er een partij is die vraag en aanbod bij elkaar brengen. Voorheen waren dat de ziekenfondsen, tegenwoordig de zorgverzekeraars. Het is onvermijdelijk dat je in zo’n positie soms op de rem moet trappen en nee moet verkopen. “In die positie ben je altijd de gebeten hond, in elk stelsel”, analyseert Bouwmans. “Je krijgt altijd de vraag: waarom zit die er eigenlijk tussen? Nou, die zit er tussen omdat er ontzettend veel geld in de zorg omgaat en dat op de een of andere manier gestuurd moet worden.”
Tijd rijp voor regulering
De huidige problemen in de zorg wijt Bouwmans dan ook niet aan weeffouten in het stelsel. Wel constateert hij dat in de jaren na invoering van het stelsel onder onafgebroken VVD-bewind de nadruk steeds meer op marktprikkels is komen te liggen. “Het was not done om in die tijd te praten over meer regulering.” Op dat vlak ziet Bouwmans een kentering. “Nu is de tijd daar wel rijp voor, om de balans te herstellen.”
Hij ziet dan ook meer in het bijsturen van het huidige systeem dan in een radicale stelselwijziging. “Per saldo zitten we aan het eind van 150 jaar strijd met een redelijk brede basisverzekering die in hoge mate solidair gefinancierd wordt”, concludeert hij. “Dus bedenk je drie keer voor je bepleit om dit stelsel weer te gaan veranderen.”
dvdelden
Goh schrijver, ik heb 50 jaar in de gewerkt en bij 1 van de grootste zorgverzekeringen. In mijn ogen grote onzin wat u schrijft. Ooit kwam Obama hier en zag ons zorgsysteem en hij wilde van die asociale marktwerking in zijn U.S.A. af. Wij gingen naar dat systeem toe ?. Voor de rijken is alles te koop en voor de gewone man is er straks nix meer
Peter Koopman
Socioloog Martien Bouwman, die bijna 13 jaar werkte als beleidsadviseur Zorgstelsel bij de koepel van de zorgverzekeringen, ZN, schetst deskundig dat het huidig verzekeringsstelsel niet obsoleet zou zijn ( “geen weeffouten”). Door in de politiek echter langdurig “de nadruk steeds meer op marktprikkels” te leggen vraagt dit nu om meer “regulering”. Dat zou bij een PUBLIEKE FUNCTIE zoals de Individuele professionele zorgverlening is, misschien in aanleg zeer wenselijk zijn, Maar met de steeds stijgende kosten van Beheer ( zowel aan de VWS, Verzekeraars en aan de zorgorganisatiekant ) komt dit dit advies veel te laat. Immers ook hier is de wet van Parkinson van toepassing. Een nationalisering van de basiszorg WzV ( basispakket) en Langdurige Zorg (Wlz) en beiden via de bestaande zorgkantoren laten toekennen, bespaart op beheerskosten van de vele zorgverzekeraars, die zich wel mogen blijven begeven op de aanvullende pakketten, die men vrijwillig kiest. Eigenlijk dus terug naar af ( 2006), met dit verschil dat Ziekenfonds en Particulier en AWBZ, voor wat betreft basiszorg verplicht verzekerd zijn voor iedereen. We mogen aannemen dat alle “passende professionele zorg” in dit basispakket wordt opgenomen. Wat is hierop tegen?
Guus van montfort
Beste Martien, natuurlijk is goed om te onderzoeken of verschillende sectoren van elkaar kunnen leren. Maar dan is het wel relevant om de zorgsector en vooral het systeem goed te analyseren. Ik heb reeds eerder op je interessante boek gereageerd. Ik heb toen (o.m.) aangegeven dat de dynamiek in de zorg niet van zorgverzekeraars is gekomen en ook niet gaat komen. Die kwam, komt en blijft komen vanuit de werkvloer. De ( vertrouwens- ) relatie tussen de patiënt en de zorgprofessional(s). En deze dynamiek vindt zijn oorsprong in de preferenties , gedrag sociaal-economische positie en veranderingen daarin van patiënten en professionals , daarbij gedreven door nieuwe technologieën en wetenschappelijke ontwikkelingen. Deze dynamiek is min of meer autonoom t.o.v. het beleid van de zorgverzekeraars en de overheid. [ En zelfs in zekere mate ook van zorgbestuurders.] Zorgverzekeraars en ook de overheid kunnen die dynamiek faciliteren, stimuleren of afremmen. Natuurlijk was het opheffen van het onderscheid ziekenfonds-particulier en het onderbrengen van de particuliere ziektekosten in de basisverzekering, vanuit solidariteit en algemene toegankelijkheid een goede verandering. Feitelijk werd het oude particuliere ziektekostenstelsel onder een “ nieuw ziekenfonds “ gebracht , onder de benaming van “particuliere “ zorgverzekeraars. Want als we goed kijken dan zien dat de “ zorgverzekeringsmarkt” zeer sterk is gereguleerd , juist om die algemene toegankelijkheid en solidariteit te borgen. Want dat kan alleen de overheid. Het was de bedoeling dat door het invoeren van de “ prestatiebekostiging” ( denk b.v. aan de DBC-en ) dat zorgverzekeraars met elkaar gingen concurreren op de zorginkoop. Zo laag mogelijk tarieven en dat ( deels) doorgeven, middels (relatief) lagere premies om zo een groter marktaandeel op de verzekeringsmarkt kunnen realiseren. We weten dat de prestatiebekostiging – zeker ook mede door zorgverzekeraars- is “ ingewisseld” voor een (overigens veel te ingewikkeld) budgetachtige bekostiging met omzet – en volumeplafonds. We hebben een zeer ingewikkeld declaratiesysteem met allemaal individuele tarieven per DBC/Dot , per zorginstelling en per zorgverzekeraar. Terwijl die tarieven alleen maar verrekentarieven zijn. Boven leidt het tot een zeer grote administratieve lasten- en registratiedruk. Die voor een groot deel overbodig en nutteloos is . Voor zover deze data worden gebruikt, is het ook vrij nutteloos. Het geeft geen transparantie en de data, b.v. de tarieven, worden gebruikt voor doeleinden waar ze totaal niet geschikt voor zijn. Ik pleit overigens niet voor een geringere rol van zorgverzekeraars , maar wel voor een andere rol. Een veel meer institutionele rol , zoals b.v. het Zilveren Kruis heeft gedaan bij de de sluiting van Slotervaart-ziekenhuis. Overigens heeft niet Zilveren Kruis het Slotervaart gesloten, maar het Slotervaart moest door een beleid dat leidde tot een grote inefficiency en dat in een regio waar een ziekenhuis teveel was, sluiten. Het had steeds extra-budgetten ( ook in vergelijking met andere ziekenhuizen) nodig en daar werd door de zorgverzekeraars mee gestopt. Dit leidde tot een veel groter bijdrage van zorgverzekeraars aan het stoppen c.q. verminderen van maatschappelijke verspilling , dan proberen middels de contratering een paar röntgenfoto’s minder te betalen. Laat de zorgverzekeraars in aanvulling op die veel meer institutionele , veel meer regio- en voorzieningengeorienteerde rol , zich – middels het representatie-model – bij de contractering richten op het met de zorginstelling afspreken van een totaal budget ( incl. afspraken over innovatie ,volumina, enz. ) en laat de NZa uniforme verrekentarieven vaststellen. In mijn boek , getiteld “ De Zorg is van de Patiënten en de Zorgprofessionals” , heb ik deze ontwikkelingen geplaatst in het perspectief van een zich dynamisch veranderend zorglandschap. ( incl. een concreet Tienpuntenplan voor de bekostiging en de rollen van de verschillende actoren) . Guus van Montfort.