De minister benadrukte dat het “fantastisch” is dat er voor patiënten nieuwe medicijnen worden ontwikkeld, ook voor zeldzame aandoeningen. Tegelijk wees hij erop dat de ontwikkelingen snel gaan en kunnen leiden tot meer zorgkosten en dus hogere verzekeringspremies voor mensen. Het gaat om medicijnen die duur uitpakken omdat ze door heel weinig of juist door heel veel mensen gebruikt gaan worden.
Sluis
Voordat deze middelen op de markt komen, is het volgens de minister nodig dat “keihard wordt onderhandeld” over de prijs. De Kamer wil dat deze periode in de zogeheten sluis korter wordt, maar volgens de minister stijgen deze uitgaven “heel erg hard” en “moeten we accepteren dat middelen soms langer in de sluis blijven of dat er een keer een ‘nee’ volgt”, waarschuwde hij.
Verontwaardiging
De Kamer en de minister zijn verontwaardigd over de handelwijze van sommige farmaceuten, die soms het patent op hun middel weten te vernieuwen door een kleine wijziging door te voeren. Dat betekent dat het medicijn langer beschermd is en dus exclusief in handen blijft van de producent, waardoor ook de prijs hoog blijft of nog hoger wordt. Dit gebeurt bijvoorbeeld als een geneesmiddel eerst per infuus wordt toegediend en daarna via een onderhuidse injectie.
Kapen
Ook gebeurt het dat een medicijn is ontwikkeld door een kleine speler, waarna het bedrijfje wordt opgekocht door een grote farmaceut. Die verhoogt daarna de prijs voor het product fors, soms wel tot het tien- of twintigvoudige. Aan dit ‘kapen’ van een middel moet wat betreft de Kamer een einde komen, vooral ook omdat veel kennis voor de ontwikkeling komt uit universiteiten en academische ziekenhuizen, waar ook overheidsgeld in zit. De minister wil met deze partijen afspraken maken om bijvoorbeeld de middelen langer in het publieke domein te houden. Daarnaast probeert hij bedrijven ook aan te spreken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. (ANP)