Regeldruk. Al jaren werken alle betrokkenen eraan om deze hardnekkige irritatie terug te dringen. Door te schrappen, te vereenvoudigen en te versoepelen. Maar de administratieve lasten blijven hoog, vooral in het sociaal domein (Wmo en Jeugdwet). En waarom? Zorg in het sociaal domein is in het hele land vergelijkbaar. En toch doen 342 gemeenten hun uiterste best om die zo verschillend mogelijk in te kopen en te laten verantwoorden.
12.500 registratie-opties
Zorgaanbieders zien zich zo blijvend genoodzaakt om veel medewerkers in te zetten voor het registreren en verantwoorden van zorg. Waar al die mensen voor nodig zijn? Nou, er moet bijvoorbeeld worden gewerkt met productcodes die bij veel gemeenten verschillen. Ter illustratie: de grootste gehandicaptenzorgaanbieder van ons land heeft bij de 307 gemeenten waar zij mee samenwerkt te maken met ruim 12.500 registratie-opties. Die moeten allemaal worden bijgehouden. En geautomatiseerd. En achteraf verantwoord. En door accountants gecontroleerd. Het gevolg: miljoenen aan vermijdbare overheadkosten en veel frustratie bij medewerkers dankzij een door gemeenten innig gekoesterde couleur locale.
Centrale regie
Natuurlijk kunnen we er voor een deel ook zelf voor zorgen dat we stevig in onze schoenen blijven staan en met verende tred door kunnen. Bijvoorbeeld door ons steentje bij te dragen aan het programma ‘Ontregel de zorg’, waar we al drie jaar actief aan deelnemen. Maar het zijn onze partners bij de gemeenten die de druk écht kunnen verlagen. Met een landelijk productenboek en dezelfde verantwoordingstaal. Door het contracteringsniveau op te schalen, met centrale regie. En met een minister die de bestaande bevoegdheden gebruikt om de lokale eisen terug te dringen en te zorgen voor de zo gewenste standaardisatie. Dán kun je spreken van ‘vernieuwend verantwoorden’.
Vooruitgang
Jaarlijks vraagt Berenschot zorgprofessionals naar de administratieve lastendruk in de langdurige zorg. Die is de afgelopen vijf jaar gestegen tot boven de 30 procent. Hoe lang kunnen we ons dat nog veroorloven als Nederlandse samenleving? Ik onderschrijf de conclusie in een recent rapport van het Verwey-Jonker Instituut in haar rapport Het belang van zorgvuldig afwegen: ‘We zijn toe aan overkoepelende, heldere, gestandaardiseerde basisregels, waar geen onduidelijkheid over kan ontstaan.’
Binnenkort spreken we weer met de minister. Over de problematiek, de schade, de schande, de oplossingen en de (veel te trage) vooruitgang die we boeken. Vooruitgang moet alleen niet aanhoudend irriteren. We werken met maatschappelijke middelen en zetten ons dagelijks in voor kwetsbare doelgroepen. Laat ons dat dan ook doen en maak het niet moeilijker dan nodig. De hoogste tijd om de wandelschoenen met kiezelsteen in te ruilen voor een paar soepele en comfortabele hardloopschoenen.
Theo van Uum
Directeur VGN