Het bureau deed onderzoek in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid naar de omvang van de transgenderzorg. De Radboud Universiteit in Nijmegen bekeek daarnaast wat de redenen zijn voor de toename van de vraag. Aanleiding voor de onderzoeken zijn de oplopende wachttijden voor transgenderzorg.
Lange wachtperiode
Zo’n 7000 mensen die vermoeden dat ze transgender zijn, stonden vorig jaar op de wachtlijst voor een onderzoek naar de vraag welke medische zorg zij nodig hebben. De gemiddelde wachttijd voor zo’n traject liep in 2022 op tot ongeveer twee jaar, meldt SiRM. Die “lange wachtperiode heeft een sterk negatieve invloed op de mensen die op deze zorg wachten”, aldus de onderzoekers.
Meerdere toekomstscenario’s
Hoe sterk de vraag naar transgenderzorg zal toenemen, valt volgens het onderzoeksbureau moeilijk te zeggen. Dat maakt het dan ook lastig in te schatten hoe sterk het zorgaanbod moet stijgen om de wachttijden op te lossen. SiRM stelde meerdere toekomstscenario’s op, waarbinnen het aantal mensen dat zich identificeert als trans toe of afneemt, of gelijk blijft. Zelfs als het aantal trans personen daalt, is extra capaciteit nodig om te zorgen dat mensen niet meer lang hoeven te wachten op zorg.
De vraag naar zorg loopt per type sterk uiteen, ziet SiRM wel. Zo zijn er veel meer mensen die een behandeling met geslachtshormonen willen dan mensen die bijvoorbeeld een operatie willen voor mannelijke geslachtskenmerken. Het bureau probeerde de vraag in te schatten op basis van modellen.
Ongeveer 1 procent van de mensen geeft zelf aan dat hun geboortegeslacht niet of niet helemaal overeenkomt met hoe zij hun gender ervaren. Niet al die mensen hebben behoefte aan zorg, stelt SiRM. Het gaat maar om een klein deel. (ANP)