De afgelopen jaren zijn de kosten voor dit soort vernieuwende geneesmiddelen, die onder meer bij verschillende vormen van kanker worden toegediend, flink gestegen. In 2016 was dit nog 1,9 miljard euro en in 2021 was dit bedrag gestegen naar 2,6 miljard. Kuipers verwacht dat de uitgaven hieraan jaarlijks met gemiddeld 5 tot 7 procent blijven stijgen. Dat gebeurt ondanks pogingen om de toelating van deze dure medicijnen in goede banen te leiden.
Solidariteit onder druk
Daarvoor is een zogeheten sluisprocedure bedacht waarbij onder meer wordt onderhandeld met de medicijnfabrikanten over een lagere prijs. Pas als hierover een akkoord is bereikt en het middel effectief is, kan het eventueel worden toegelaten in het zorgverzekeringspakket. De afgelopen periode is het twee keer voorgekomen dat Kuipers een middel niet toeliet, omdat de fabrikant de prijs niet genoeg verlaagde.
Hoewel Kuipers hecht aan innovatieve behandelingen, omdat die goed kunnen uitpakken voor patiënten, wijst hij erop dat de enorme uitgavenstijging voor nieuwe medicijnen “andere vormen van zorg kan verdringen” en dat zet “de solidariteit onder druk”, schrijft hij. Ook ziet hij dat steeds vaker geneesmiddelen of behandelingen worden geregistreerd waarvan de meerwaarde beperkt is. Daarbij komt nog dat niet van alle nieuwe dure geneesmiddelen echt zeker is of ze wel effectief genoeg zijn.
De komende periode gaat hij met verschillende organisaties in de zorg verder werken aan de procedures voor toelating en keuzes die moeten worden gemaakt. (ANP)