In het programma ZE&GG werken patiënten, zorgverleners, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en overheid samen aan de bewezen beste zorg voor de patiënt. Zo heeft zorgevaluatie duidelijk gemaakt dat stabiele patiënten met hartkramp met optimale medicatie vaak niet meer gedotterd hoeven te worden en is het plaatsen van buisjes in de oren bij kinderen met een oorontsteking alleen nog maar onder bepaalde voorwaarden noodzakelijk. Ook is er door gepast gebruik een reductie gerealiseerd in het plaatsen van onnodige katheters en infusen en worden wonden aan het onderbeen met eenvoudigere producten behandeld. Het aantal patiënten dat – bijvoorbeeld door een delier – een vrijheidsbeperkende interventie ondergaat, is afgenomen door een beter afgestemd multidisciplinair besluitvormingsproces.
Deadline gehaald
Veel van deze aanpassingen zijn nu ingevoerd bij NVZ-leden. De ambitie van alle ZE&GG-partijen is om eind 2023 meer dan 80 procent van de onderwerpen van de implementatieagenda geïmplementeerd te hebben. De NVZ-leden hebben deze doelstelling voor de deadline behaald. “Ziekenhuizen zitten inmiddels op meer dan 80 procent implementatie. Daar ben ik echt van onder de indruk, want met de huidige schaarste in tijd en personeel is de druk op de ziekenhuizen enorm”, aldus John Taks, voorzitter raad van bestuur Diakonessenhuis, tijdens het ZE&GG-congres op 1 juni.
De lijst met onderwerpen van gepast gebruik wordt volgens een vast stramien voortdurend uitgebreid. Partijen binnen het programma ZE&GG agenderen samen welke zorg nog onderzocht moet worden op effectiviteit. Van deze zorg wordt vervolgens geëvalueerd welke zorg het beste past bij een bepaalde aandoening, situatie of patiënten. Zodra bekend is welke zorg bewezen effectief is, gaan de partijen binnen ZE&GG aan de slag om dit te implementeren op de werkvloer. De leden van de NVZ maken op dit moment een nieuw implementatieplan, hoe zij in 2024 nieuwe onderwerpen voor gepast gebruik kunnen implementeren.