Concentratie van de kinderhartchirurgie is volgens Kuipers noodzakelijk om de kwaliteit van zorg te verbeteren en de kans op vermijdbare sterfte en complicaties te verminderen. Ook patiëntenclubs stelden eerder dat concentratie van deze chirurgie belangrijk is. Hierdoor doen de twee overgebleven umc’s de ingrepen vaker, wat het niveau kan verbeteren.
Gevolgen voor andere zorg
Het UMC Utrecht en het Centrum voor Aangeboren Hartafwijkingen Amsterdam-Leiden (CAHAL), dat is opgezet door het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en Amsterdam UMC, zijn teleurgesteld over het besluit. Ze benadrukken dat dit gevolgen heeft voor andere zorg in hun ziekenhuizen.
Zo werkt het UMC Utrecht samen met het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie, dat ook in Utrecht staat. Kinderen met kanker kunnen daar terecht, en volgens het UMC hebben zij vaak zorg aan hun hart nodig, soms ook met spoed. “Het is niet mogelijk om deze zorg met behoud van kwaliteit en veiligheid uit te voeren” als er geen kinderhartteam is, aldus UMC Utrecht.
Geen oncologische expertise
Het umc wijst erop dat ernstig zieke kinderen dan voor “zeer gespecialiseerde en ingrijpende onderdelen van hun behandeling” moeten reizen naar een andere locatie. Daar zou dan geen oncologische expertise zijn. Ook het CAHAL maakt zich zorgen over de effecten van dit besluit op de kwaliteit en beschikbaarheid van de zorg voor patiënten, voor de zorgverleners daar en “voor de kinderhartzorg in Nederland in het algemeen”.
Overigens wilde het ministerie van Volksgezondheid de kinderhartchirurgie eerder juist centraliseren door alleen Utrecht en Rotterdam deze behandelingen nog uit te laten voeren. Volgens critici was dat niet wenselijk omdat mensen in het noorden dan met hun kinderen altijd ver moeten reizen.
Niet dicht
De rechter moet oordelen of het besluit van de minister wordt opgeschort. Hoe dan ook hoeven de kinderhartcentra in Leiden en Utrecht niet helemaal dicht. Kinderen kunnen er wel nog terecht voor controle en voor zorg voor en na de operatie. (ANP)