© Jan Woitas / dpa-Zentralbild / dpa / picture alliance
De Wpg moet zorgen voor een wettelijke grondslag om bij een pandemie maatregelen te kunnen nemen. Die was er niet toen corona uitbrak, waardoor het kabinet het lang met tijdelijke wetgeving moest doen. Die tijdelijke coronawet maakte het bijvoorbeeld mogelijk om de mondkapjesplicht en de avondklok in te voeren, en om tot sluiting van scholen en horeca over te gaan.
Bij de vijfde verlenging van die tijdelijke wet was het welletjes voor de Eerste Kamer. De senaat stemde een jaar geleden tegen de “zoveelste” verlenging. Sindsdien heeft het kabinet geen juridische grondslag meer om maatregelen af te dwingen.
Te laat
Eind vorig jaar stemde de Tweede Kamer in met de zogeheten eerste tranche van de wet en in mei stemde de Eerste Kamer hiermee in, hoewel Kuipers liever de wet in versnelde pas had laten behandelen. Een tweede tranche is in voorbereiding. Dit is aan de Raad van State voorgelegd. De derde tranche is ook al grotendeels vormgegeven. Hierna zouden nog eventueel aanvullende delen worden ingediend.
IZA moet doorgaan
Kuipers vindt het verder “onverantwoord” als er door de val van het kabinet vertraging zou ontstaan in de uitvoering van het integraal zorgakkoord (IZA). In dat akkoord heeft de zorgsector allerlei afspraken gemaakt over doelen en aanpassingen, samen met het ministerie van Volksgezondheid. Alle IZA-partijen hebben donderdag opgeroepen om de uitvoering van het akkoord geen vertraging te laten oplopen.
Aanpassingen zijn noodzakelijk
“De zorg staat onder grote druk, zowel de toegankelijkheid als de kwaliteit. Dat wordt in toekomst erger, tenzij we stevige aanpassingen doen. Dat was de reden om afspraken te maken”, zegt de demissionair minister. Hij is blij met “de brede oproep” van de partners in het zorgakkoord om door te willen gaan. “Het is echt noodzaak dat we de aanpassingen doorzetten”, aldus Kuipers.
Kuipers vindt het “buitengewoon spijtig”, ook voor het zorgveld, dat het kabinet is gevallen. Zijn eigen baan is wat hem betreft irrelevant. Kuipers kwam als ziekenhuisdirecteur van buiten de politiek maar zegt dat hij niet teleurgesteld is in de politiek. Hij wil nog niet zeggen of hij door wil als minister of op de verkiezingslijst gaat staan. “Dat is niet aan mij nu, het is eerst aan de kiezer en aan de partij.”
Lopende dossiers door de Tweede Kamer
De minister hoopt dat hij de komende maanden, in de demissionaire periode, nog dossiers door de Tweede Kamer kan krijgen die gerelateerd zijn aan het IZA. Het gaat om veel uiteenlopende kwesties die moeten worden geregeld, zoals de versterking van de huisartsenzorg. Ook belangrijk is de overstap van concurrentie in de zorg naar meer samenwerking in de regio. (Skipr/ANP)