De SER, Sociaal Economische Raad, kwam recent met het scenario dat in 2040 ongeveer één op de vier mensen in de zorg werkt. Nu is dat één op de zeven. We gaan dan van 1,4 miljoen naar 2 miljoen zorgmedewerkers. Een zegen, want het zou geweldig zijn als veel meer mensen voor elkaar gaan zorgen. En hard nodig. Geld en mensen genoeg. Zonde dat beleidsmakers in Den Haag hier niets mee doen. Laten we eerst kijken naar het geld. En dan de mensen die we nodig hebben.
Geld in overvloed
Nederland is een ongelofelijk rijk land. Miljarden in overvloed. Je mag toch aannemen dat in 2040, en liefst nog eerder, de fossiele subsidies (meer dan 37 miljard) zijn afgeschaft. De veel te forse belasting op arbeid maakt in 2040 plaats voor belasting op vermogen, die nu nauwelijks iets voorstelt. Werken gaat meer lonen, waardoor meer mensen meer te besteden krijgen. De schamele 2 miljard om een armoedeval te voorkomen, is een relikwie uit een ver verleden.
Ondertussen is een gezonde levensstijl in 2040 voordeliger geworden, dankzij veel voordeliger gezonde voeding. Preventie. In 2040 zien we al het begin van een beweging dat de reguliere zorgvraag afneemt. Belangrijk, want we hebben die zorgverleners, die ‘één op de vier’, hard nodig voor de vergrijzende bevolking. En hard groeiende bevolking, want in 2040 is het in meer delen van de wereld warm onder de voeten. In meerdere opzichten.
Mensen genoeg
‘We hebben een tekort aan mensen’ is nu een veelgebruikt en vaak makkelijk excuus als dingen niet lekker lopen. Dat gaat in 2040 niet meer op. Minder vliegen, minder werk in vervuilende industrieën, meer instroom van mensen uit andere landen, banen die verdwijnen door ChatGPT. Het argument ‘dat is slecht voor de werkgelegenheid’, bestaat niet meer. Meer ontspanning op de arbeidsmarkt is welkom. En omdat echte zorg zo hard nodig is, zal de ‘ontregelende’ hoeveelheid bureaucratie zijn teruggedrongen tot behapbare proporties. Het langzaam uitsterven van paarse krokodillen en olifanten bespaart ook nog eens tientallen miljarden.
Kortom: in 2040 geld en mensen genoeg voor de zorg. En het is, zo weet ik uit ervaring, geweldig om in de zorg te werken. Het lijkt mij een prettig alternatief voor al dat gezeul met koffers op Schiphol en allerlei andere vormen van intensieve menshouderij. In de zorg beteken je direct wat voor een ander (zingeving!) en je krijgt er ook nog eens fatsoenlijk voor betaald. Dus waar wachten we op?
Pak maatschappelijke uitdaging op
Als veel meer mensen in de zorg werken, kan dat ook een maatschappelijke beweging veroorzaken. Polarisatie, ‘ieder voor zich’, zijn we daar niet een beetje klaar mee? De grote uitdaging: de zorg echt aantrekkelijk maken om in te werken. Dan moet de huidige en almaar toenemende regel- en controledrift en de achterhaalde ‘top down’-managementstijl bij veel grote instellingen worden gekeerd.
Slecht werkgeverschap mag niet meer worden aangemoedigd, zie bijvoorbeeld de ongefundeerde hetze tegen zzp’ers. Het vertrouwen dat de meeste mensen liever meer aandacht voor elkaar hebben, moet leidend zijn. Meer investeren in ouderenzorg en mantelzorg betaalt zich uit. Houd op over bezuinigen (=synoniem voor ‘zoek het zelf maar uit’) en laat zien dat zorg best wat mag kosten. Gezondheid staat op nummer 1 als het gaat over eerste levensbehoeften. Het is altijd belangrijker dan die extra vakantie, een nog grotere auto of goedkopere benzine. Het zou mooi zijn als beleidsmakers in Den Haag dat durven te vertellen met een duidelijk verhaal voor de toekomst. Een visie. Daarvoor hoeven we sinds kort niet meer naar de opticien. Dat scheelt.
Door: Nico Kamminga, Oprichter CareDate