Foto: alfexe / Getty Images / iStock
De zorgkantoren hebben de op hen rustende verplichtingen niet evident geschonden, vindt de rechtbank. Zij hebben de gehanteerde tariefsystematiek en de onderdelen daarvan voldoende duidelijk onderbouwd en voldoende aannemelijk gemaakt dat zij daarmee reële tarieven vergoeden. De rechtbank wijst de vorderingen van de zorgaanbieders tegen CZ, VGZ, Zilveren Kruis, Salland en ZZ daarom af.
Menzis
Alleen Menzis krijgt een tik op de vingers. Het zorgkantoor van Menzis wordt verboden een specifiek onderdeel in haar inkoopbeleid op te nemen. Menzis moet de zorgaanbieders bovendien gedurende de looptijd van de inkoopprocedure ieder jaar in de gelegenheid stellen om bezwaar te maken tegen het richttariefpercentage voor het opvolgende jaar.
Zorg thuis
Ook moet het zorgkantoor anders omgaan met de betaling voor ZZP VG3, VG4 en LG2, vindt de voorzieningenrechter. Menzis stelt een maximum voor van het aantal verblijfsdagen dat zij betaalt voor cliënten met deze profielen. Boven dat maximum krijgt een zorgaanbieder het vpt-tarief, dat is bedoeld voor zorg thuis.
Menzis zegt dat ze hiermee de zorg thuis willen stimuleren, zoals ook staat in een van de kanslijnen van het landelijk akkoord binnen de gehandicaptenzorg. Maar volgens de rechter is dit onrechtmatig en Menzis moet dit ook afschaffen.
Financiële problemen
Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) en de zorgaanbieders vrezen dat met de aangeboden tarieven van zorgkantoren de sector in financiële problemen komt. Uit een analyse van voor de zomer van de branchevereniging bleek dat het aantal grote gehandicaptenzorgorganisaties dat rode cijfers zou draaien zonder veranderend beleid zou verdubbelen volgend jaar.
Sindsdien is wel het richttarief door de zorgkantoren aangepast met 0,3 procent, is de geplande bezuiniging voor de meerjarencontractering op het Wlz-budget geschrapt en is de korting op de normatieve huisvestingscomponent bij lage zorgprofielen verdwenen.
Reactie VGN
“Wij zullen in ieder geval in gesprek blijven met de zorgkantoren, om tot een betere oplossing te komen”, liet VGN-directeur Theo van Uum in een eerste reactie weten. “Het gehandicaptenzorgdebat eerder deze week sterkte ons in de overtuiging dat ook de Kamer ziet dat de sector nu al in zwaar weer verkeert.”
“We nemen nu kennis van de uitspraak en gaan die uiteraard grondig bestuderen. We voelen ons hoe dan ook zeer gemotiveerd om ons punt te blijven maken. Menigeen zal zich achter de oren krabben bij een model dat reële tarieven moet opleveren, terwijl de zorgkantoren zelf hebben becijferd dat 40 procent van de sector bij die tarieven onder water komt te staan. Dat is voor ons onverteerbaar.”
VGN heeft vier weken om hoger beroep aan te tekenen en heeft deze optie nog in overweging.
Bezwaar
De zorgaanbieders hadden bezwaren aangetekend tegen alle drie de pijlers van het beleid dat door de zorgkantoren wordt gevoerd: de hoogte van het vastgestelde landelijk richttariefpercentage, zorgkantoor-specifiek beleid voor regionale aanpassingen en de hardheidsclausule. De zorgaanbieders stellen bovendien dat de gehanteerde tariefsystematiek ondeugdelijk is.
Volgende week dinsdag 10 oktober dient een vergelijkbaar kort geding tussen de ouderenzorg en de zorgkantoren over het inkoopbeleid. Het huidige meerjarige inkoopkader voor de inkoop van langdurige zorg van de zorgkantoren loopt af op 1 januari 2024.