Foto: Chris Ryan/Getty Images/iStock
De rechter hoorde deze maand zes zaken aan, maar ruim 250 aanbieders van ouderenzorg stonden achter het kort geding. De zorgaanbieders vonden dat de zorgkantoren geen reële tarieven boden. Ze vonden de manier waarop de zorgkantoren tot die tarieven kwamen ook niet transparant. Ze wilden via de rechter afdwingen dat ze daar in de toekomst meer duidelijkheid over zouden krijgen.
Duidelijk onderbouwd
De voorzieningenrechter stelt dat de zorgkantoren inderdaad reële tarieven moeten vergoeden en dat de onderbouwing van het tariefsysteem transparant en uitlegbaar moet zijn. De bezwaren van de zorgaanbieders wijst de rechter echter af. De zorgkantoren “hebben naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter de gehanteerde tariefsystematiek en de onderdelen daarvan voldoende duidelijk onderbouwd en voldoende aannemelijk gemaakt dat zij daarmee reële tarieven vergoeden”, zo is in de uitspraak te lezen.
Bezwaar maken
Op twee onderdelen geeft de rechter de zorgaanbieders toch deels gelijk. Het gaat om de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen geboden tarieven. “CZ, VGZ, Zilveren Kruis, Salland en Zorg & Zekerheid moeten hun inkoopbeleid aanpassen, zodat de zorgaanbieders gedurende de looptijd van de inkoopprocedure ieder jaar de mogelijkheid hebben om bezwaar te maken tegen het richttariefpercentage, inclusief de onderbouwing ervan. Dit gebod geldt niet voor Menzis omdat zij met ter zitting gedane toezeggingen de onrechtmatigheid van haar beleid op dit punt heeft weggenomen.”
Lager tariefpercentage
Verder oordeelt de rechter dat het inkoopbeleid van CZ, Menzis, VGZ en Zorg & Zekerheid onrechtmatig is als zij een lager tariefpercentage als uitgangspunt nemen, alleen omdat een zorgaanbieder in het verleden met dat lagere tariefpercentage uit de voeten kon. “Deze zorgkantoren hebben onvoldoende gemotiveerd dat dit lagere percentage destijds een reëel tarief opleverde, laat staan dat dit tarief op dit moment nog steeds reëel is. Aan deze zorgkantoren wordt daarom verboden om dit onderdeel in hun inkoopbeleid op te nemen zoals dat nu in het inkoopbeleid staat.”
Peter Koopman
De rechter heeft gesproken, wat nu? Tering naar de nering stellen? Overheidsorganen ( zorgkantoren ) hebben het beleid goed uitgevoerd, op enkele “fouten, na ( alleen Menzis is zonder “fouten” ). Maar beleid en stelsel komen nu specifiek in beeld, toch? Wat is de toegevoegde waarde van al deze inspanningen van deze overhead ( overheid ) OVER de zorg? Die kosten kunnen mogelijk met lumpsum financiering drastisch verminderd worden. Dat “mens erger je niet” moet verdwijnen. Hoe? Alles onder de vlag van particulieren of de gemeente, de regio?