Een van de betrokken onderzoekers is neuroloog Bas Bloem, die eerder tevergeefs pleitte voor een verbod op het middel glyfosaat (ook wel bekend onder de merknaam Roundup). De Europese Unie keurde het gebruik van de onkruidverdelger onlangs wederom goed. Volgens de Europese voedselveiligheidsinstantie EFSA kan het veilig worden gebruikt. Andere onderzoekers wijzen al jaren op een mogelijk verband tussen glyfosaat en het ontstaan van parkinson en andere aandoeningen, waaronder kanker.
“We tasten nog grotendeels in het duister over de veiligheid van deze middelen. Dat komt omdat de huidige toelatingscriteria voor pesticiden te weinig inzicht geven in het risico op parkinson en andere hersenziekten”, legt Bloem uit in een bericht van het Radboudumc. “Wij stellen nu een helder plan van aanpak voor waarmee die veiligheid wel op een goede manier beoordeeld kan worden.”
De systematische aanpak die de instituten voorstellen, bestaat uit vier fases. In fase een moet worden onderzocht of er in databanken aanwijzingen zijn dat een middel schade aan hersencellen zou kunnen veroorzaken. Zo ja, dan volgt laboratoriumonderzoek naar de effecten van het pesticide op hersencellen. Als onderzoekers ook daar aanwijzingen voor ongewenste eigenschappen vinden, testen ze de stoffen in diersoorten die ver van de mens afstaan, zoals wormen of vliegen.
De laatste stap bestaat uit blootstelling van muizen en ratten aan het pesticide. Die laatste stap is “helaas noodzakelijk”, omdat parkinson wordt vastgesteld op basis van gedragsverandering. Met de voorgestelde aanpak wordt volgens de onderzoekers het aantal proefdieren wel zoveel mogelijk beperkt.
Nu de onderzoekers hun plan van aanpak af hebben, willen ze regelgevende instanties en de industrie mee krijgen. “De fabrikanten van pesticiden moeten het onderzoek financieren, maar zich verder compleet afzijdig houden”, vindt Bloem. Onafhankelijke onderzoekers van universiteiten of het RIVM moeten wat hem betreft de studies gaan uitvoeren. (ANP)