© Halfpoint / stock.adobe.com
In dit geval ging het om een oudere vrouw met beginnende dementie die thuis zogeheten verpleegzorg ontvang van een ouderenzorginstelling. De vrouw had op een gegeven moment een tillift nodig, maar de gemeente Nunspeet wilde dit niet betalen. Volgens de gemeente woonde de cliënt helemaal niet thuis, maar in een zorginstelling “vormgegeven in geclusterde zelfstandige wooneenheden”.
Gemeente mag weigeren
De rechtbank moest eraan te pas komen, maar die oordeelde in het voordeel van de gemeente. Als de belangenafweging goed wordt gedaan, hoeft de gemeente de tillift niet te financieren, aldus de rechtbank. In deze zaak was het zorgcontract van de cliënt gekoppeld aan het wooncontract. Mede daarom oordeelde de rechtbank dat de gemeente de Wmo-aanvraag mag weigeren. De cliënt is in hoger beroep gegaan.
In een vergelijkbare zaak een aantal jaar geleden tussen een cliënt van een zorginstelling en de gemeente Den Bosch over de Wmo, trok de cliënt ook al aan het kortste eind. In die zaak huurde de cliënt een woning bij van dezelfde zorginstelling als waar de zorg van werd afgenomen, namelijk Dagelijks Leven. Vanwege de koppeling van de contracten mocht de aanvraag geweigerd worden.
Koppeling woon- en zorgcontract
Zorginstellingen en woningcorporatie koppelen het woon- en zorgcontract aan elkaar omdat het niet efficiënt is om cliënten in hetzelfde gebouw te laten wonen, maar een eigen zorgaanbieder te laten kiezen.
Op dit moment is het verlenen van verpleegzorg thuis nog relatief klein. Maar in de toekomst moet het een van de pijlers worden van de Nederlandse ouderenzorg. Ouderenzorg zal in grote mate thuis worden verleend en als onderdeel daarvan worden de komende zes jaar onder meer 40.000 extra verpleegzorgplekken bij gebouwd voor bijvoorbeeld mensen met dementie.
Rekening van 400 tot 800 euro per maand
Maar voor deze ouderen dreigt dus een rekening die kan oplopen van 400 tot 800 euro de maand, vertelt zorgbestuurder Karin Breuker van ouderenzorginstelling Norschoten in Barneveld aan Zorgvisie. Zij steunt de cliënt in de rechtszaak tegen de gemeente Nunspeet. Al tien jaar lang discussieert zij met de gemeente over deze problematiek.
Zij benadrukt dat er duidelijkheid moet komen over wie de hulpmiddelen wie moet financieren en dat er dan ook geld moet komen voor of de gemeente of de zorginstellingen. Een snelle rekensom leert dat met 40.000 cliënten in deze zorgvorm de rekening makkelijk kan oplopen tot honderden miljoen euro’s. Tegelijk hebben zowel zorginstellingen als gemeente het financieel steeds krapper.
“Dit is gewoon een heel lastige problematiek waar nog steeds onduidelijkheid over is”, vertelt ze. “Je zal er heel principieel tegenaan moeten kijken. Hoe kijk je tegen het product volledig pakket thuis aan en wat zat daar dan wel in en wat niet. En moet iemand dan hulpmiddelen aanvragen via de Wmo of via de Wet langdurige zorg. Het proefproces moet duidelijk maken of de gemeente moet betalen of dat de zorgaanbieder hier financieel toe in staat wordt gesteld.”
Lees op Zorgvisie: ‘Duidelijkheid nodig over thuiswonende verpleegzorgcliënten’
Hans Buijing
Dit vraagstuk staat bij Zorgthuisnl al enige tijd op de agenda en hebben we ook in gebracht in het WOZO-overleg. De minister heeft ons laten weten dat in de beginne er in een bestuurlijk akkoord afspraken zijn gemaakt met gemeentes dat zij verantwoordelijk zijn voor het leveren van hulpmiddelen maar dat de rechterlijke uitspraken nu tegen de eerder (2016 en 2019) gemaakte afspraken worden gelegd. De minister heeft ons toegezegd met de VNG opnieuw in overleg te treden en heeft ons ook hierover een Kamerbrief toegezegd. Hier is ook de staatssecretaris bij betrokken gelet op eerder afspraken omtrent hulpmiddelen en de Wmo
Jorrit Stroosma
Verwacht niet teveel van demissionaire ministers en staatssecretarissen, die laten een te hete aardappel graag liggen voor de opvolger.