Anneke Westerlaken, voorzitter ActiZ
Voorzitter Anneke Westerlaken vraagt om niet te korten op de Wet langdurige zorg. Zij stelt dat alleen door fundamentele keuzes te maken over de toegang tot de zorg zorgorganisaties een verandering in gang kunnen zetten om voorbereid te zijn op de toekomst en de vergrijzing.
Zorgkantoren hebben de toegang tot het verpleeghuis al ingeperkt door alleen cliënten met een heel zware zorgvraag nog een plek te geven.
Investeren in personeel
Er staat nog meer op het wensenlijstje van ActiZ voor demissionair minister Helder: een herziening van de verlaging van de Normatieve Huisvestingscomponent, een investering van 1,25 miljard in de arbeidsmarkt en zorgprofessionals en een algemene roep om investeringen in de wijk.
Verschillende uitgangspunten
Er zijn volgens Westerlaken nu verschillende uitgangspunten voor de verpleeghuiszorg en de wijkverpleging. In de verpleeghuiszorg is sprake van financiële zorgen doordat er gekort wordt op de overheidsbijdrage aan vastgoed. In de wijkverpleging is wel geld beschikbaar, maar dit komt niet terecht in de sector om de wijkverpleging daadwerkelijk te versterken. Voor beide zaken vraagt ActiZ aandacht van de Kamerleden.
De behandeling van de begroting in de Tweede Kamer is op woensdag 24 januari en donderdag 25 januari. Het debat is live te volgen via de website van de Tweede Kamer.
Jan Kremer
Beste Anneke,
Je zorgen zijn terecht. Twee aanvullende opmerkingen die misschien helpen:
1. ja, de overheid moet zijn rol pakken, maar dat geldt voor ons allemaal. Iedereen kan en moet bijdragen in de gezamenlijke beweging naar passende zorg. Gelukkig zien we dat ook steeds meer gebeuren.
2. Ik denk niet dat passende zorg (en daarmee de hele transitie naar een mensgerichte, houdbare en duurzame zorg) een verhaal van rantsoenering en verschraling moet worden. We moeten qua kwaliteit van een acht naar een andere acht. Het mes van passend voor de patiënt en passend voor onze samenleving kan wel degelijk samenlopen. Gelukkig zijn er veel voorbeelden in de praktijk die dat laten zien.
Samen al lerende verder nu, we hebben elkaar nodig!
Jan