In het coalitieakkoord van het huidige demissionaire kabinet zijn afspraken gemaakt om te sturen om doelmatigheid in de zorg via de tarieven. De NZa kan in de tariefstelling normerende elementen hanteren en doet dat ook. Bij de meeste door de NZa gereguleerde prestaties gaat het om maximumtarieven zijn, die gebaseerd zijn op gemiddelde kosten van zorgaanbieders. De gemiddelde kosten die landelijk gemaakt worden voor een prestatie vormen daarmee de nieuwe bovengrens (norm) waartegen zorgaanbieders de zorg moeten leveren. Het gevolg van deze manier van reguleren is dat er een prikkel bestaat om de zorg doelmatiger te leveren.
Geen inzicht in doelmatigheid
VWS vroeg de NZa om een advies over het hanteren van normerende elementen bij de tariefstelling in sectoren waar vaste tarieven of maximumtarieven in de Zorgverzekeringswet (Zvw) gehanteerd worden. De zorgautoriteit stelt allereerst dat ze momenteel niet in staat is om een gedegen inzicht te krijgen in het (exacte) niveau van doelmatigheid van een sector of de kwaliteit van een sector. “We kunnen in onze regulering daarom niet uitgaan van een exact niveau van doelmatigheid, maar wel een systeem ontwerpen dat doelmatigheid continu stimuleert. Dit doen we door periodiek tarieven per prestatie te herijken op basis van kostprijsonderzoek. Hiermee worden de opbrengsten per zorgprestatie voor zorgaanbieders gemaximeerd en worden ze gestimuleerd kosten waar mogelijk te beperken.”
Juridische kwetsbaarheid
De NZa ziet mogelijkheden van normatieve tariefelementen in plaats van het gebruik werkelijk gemaakte kosten, maar beschrijft in haar advies ook verschillende risico’s en randvoorwaarden. Een risico dat de zorgautoriteit benoemt is dat de normen juridisch kunnen worden aangevochten als tarieven niet kostendekkend zijn. “Naast het feit dat geschikte normen veelal ontbreken, is een randvoorwaarde dat de NZa kan motiveren dat het hanteren van de norm leidt tot redelijkerwijs kostendekkende tarieven. Indien de norm niet aantoonbaar tot een redelijkerwijs kostendekkende vergoeding leidt, komt de NZa tot de conclusie dat er sprake is van een dusdanige juridische kwetsbaarheid ten aanzien van de motivering dat de normen niet gehanteerd kunnen worden. Als kostendekkendheid van tarieven betwist wordt, is het namelijk altijd in de eerste plaats aan de NZa om aannemelijk te maken dat het vastgestelde tarief volstaat.”
Indicatoren
Om echt via de tarieven aan te sturen om doelmatigheid, moet normstelling verder worden uitgewerkt. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van indicatoren, stelt de zorgautoriteit. “Doelmatigheid bevorderen via tariefregulering lijkt daarbij niet altijd effectief. Bijvoorbeeld wanneer er voor zorgaanbieders sprake is van deels vrije tarieven of plafondafspraken. De tarieven begrenzen de vergoedingen die zorgaanbieders in rekening mogen brengen en reguleren dus niet direct de kosten van zorgaanbieders. Wij vinden het belangrijk om doelmatigheid juist vanuit een breder perspectief en dus op een macroniveau te bekijken en te bevorderen. Denk daarbij aan het realiseren van doelmatigheid via het beperken van of sturen op het volume, andere vormen van bekostiging (zoals shared savings-modellen of uitkomstbekostiging) of het vergoeden van andere prestaties”, aldus de NZa.
Demissionair minister Helder van VWS heeft het advies deze week naar de Tweede Kamer gestuurd en laat weten dat ze het meeneemt in de besluitvorming voor het jaar 2025.
Peter Koopman
Begrijpelijk dat de NZa zichzelf corrigeert, na juridische uitspraken over maximumtarieven. De “doelmatigheid” is voortaan de gemiddelde prijs die in deze blijkt én wordt de norm ! Niet de “doeltreffendheid” ( dat is aan de zorgprofessionals ) en niet het benodigd “volume” en niet de “toegankelijkheid” ( verantwoording systeemverantwoordelijke i.c. VWS). Toch wel griezelig om deze beleidsarme en rekenkundige invalshoek centraal te stellen binnen dit “machtig overheidsorgaan”.