Er zijn volgens het ziekenhuis momenteel meer ziekenhuizen die dit als routinezorg aan het invoeren zijn. Het Sint Jans Gasthuis in Weert, het Anna Ziekenhuis in Geldrop en het Máxima Medisch Centrum maken voor de nieuwe bloedtest ook gebruik van het laboratorium van het Catharina Ziekenhuis. Andere Nederlandse ziekenhuizen werken nog met onderzoek op biopten. Het vraagt volgens het Catharine wel wat aan mankracht, kennis en apparatuur, “maar patiënten kunnen sneller behandeld worden en je gaat er meer mutaties mee vinden”, aldus Volkher Scharnhorst, hoofd van het Algemeen Klinische Laboratorium van het Catharina Ziekenhuis en hoogleraar aan de TU/e.
Twee weken wachten
Een patiënt van wie een arts vermoedt dat hij longkanker heeft, krijgt beeldvormende onderzoeken en vervolgens wordt er een biopt genomen om de tumorcellen te identificeren en DNA-analyse op te doen. Met al deze informatie wordt een behandelplan vastgesteld. Dat gaat in alle Nederlandse ziekenhuizen zo.
Vervolgens zijn er drie behandelingen mogelijk: de patiënt krijgt chemotherapie, immunotherapie óf een gerichte therapie in de vorm van tabletten. Voordat een arts kan behandelen, moet hij weten welke behandeling het beste past. Om via een biopt vast te stellen of er een mutatie aanwezig is, die met gerichte therapie te behandelen is, moet hij gemiddeld twee weken wachten op de uitslag van de DNA-analyse op de tumor.
Met de nieuwe bloedanalyse kan dat in veel gevallen veel eerder, stelt het Catharina Ziekenhuis. Binnen drie dagen zijn alle nodige onderzoeken afgerond en kan een behandelplan worden gemaakt.
Alsnog DNA-onderzoek
Als er in de test geen mutatie is aangetroffen, wil dat dus niet zeggen dat er geen mutaties aanwezig zijn in de tumor. De patholoog kan dan alsnog DNA-onderzoek doen op het biopt. In de gevallen waar ze wel een mutatie vinden in het bloed, kunnen ze sneller met de best passende behandeling starten.
Het team onderzoekers ontdekte ook dat door invoering van de nieuwe bloedtest extra mutaties gevonden werden.