Hoewel de herinvoering van deze bijdrage toegejuicht wordt, vindt de VNG het bedrag van maximaal 275 euro per maand voor hogere inkomens te laag.
Verdubbeling
Sinds de invoering van het abonnementstarief is het aantal mensen dat gebruikmaakt van huishoudelijke hulp in de hogere inkomensklasse ongeveer verdubbeld. En dat terwijl de herinvoering van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage er juist voor moet zorgen dat hoge en middeninkomens stoppen met de gesubsidieerde hulp vanuit de Wmo.
Te gering effect
De VNG verwacht een te gering effect wanneer hogere inkomens maximaal 275 euro per maand moeten betalen voor de Wmo. Mensen in deze inkomensgroep zullen pas zelf ondersteuning of hulp regelen als het echt financieel voordelig is. Dat zal op deze manier maar beperkt gebeuren.
Eigen bijdrage
Het demissionair kabinet wil de eigen bijdrage vastzetten op maximaal 275 euro per maand. Volgens staatssecretaris Maarten van Ooijen (VWS) staat dit bedrag ongeveer gelijk aan de maandelijkse kosten voor gemeenten van twee uur huishoudelijke hulp per week.
Dat bedrag lijkt voor veel gemeenten niet kostendekkend, gezien de werkelijke kosten voor huishoudelijke hulp. “Als de keuze voor een particuliere hulp niet een substantieel financieel voordeel oplevert, is de kans groot dat men via de Wmo aanspraak blijft maken op de voorziening.” De VNG vraagt zich daarom af waarom het kabinet kiest voor 275 euro.
Onafhankelijk onderzoek
Bovendien betwijfelt de VNG of de beoogde besparing van 225 miljoen euro in 2026 wel behaald zal worden, gezien factoren zoals gewenning aan Wmo-voorzieningen en beperkt aanbod op de particuliere markt.
Volgens de VNG worden met het wetsvoorstel (inclusief de lagere regelgeving) de uitvoeringskosten voor gemeenten per 2026 hoger. “In de meest positieve situatie kost het wetsvoorstel gemeenten geen extra geld, maar als de aannames niet juist zijn, dienen gemeenten middelen elders in hun begroting te vinden”, signaleert de gemeentekoepel
De VNG dringt aan op een onafhankelijk onderzoek naar het gedragseffect van de voorgestelde regeling, inclusief het vastgestelde maximumtarief.