In het artikel “Heading for health policy reform: transforming regions of care from geographical place into governance object” beschrijven Oemar van der Woerd, Jitse Schuurmans, Iris Wallenburg, Wilma van der Scheer en Roland Bal hoe regionale actoren en nationale autoriteiten ‘de regio’ transformeren van een geografische plaats naar een sturende entiteit voor het organiseren en leveren van ouderenzorg. “Steeds meer wordt ‘de regio’ gezien als een veelbelovende plaats om zorgnetwerken te organiseren als antwoord op, onder andere, toenemende arbeidsmarkttekorten. Tegelijkertijd is de regio als plaats van zorg verre van ontwikkeld en conflicteert het met een beleidsparadigma geënt op gereguleerde concurrentie”, schrijven zij.
Rommelig, experimenteel en onzeker
Terwijl de verwachtingen van regionale samenwerking hoog zijn, blijft de vorming van de regio als sturend orgaan onderbelicht. In dit maakproces worden onconventionele beleidsinstrumenten ontwikkeld, zoals ‘vage beleidsfiguren’, stellen de onderzoekers vast. Er vinden onderhandelingen plaats over wet- en regelgeving en financiële kaders en deze worden soms ook aangepast. Intussen wordt er ook een infrastructuur voor regionale zorg gebouwd. “Het maken van de regio als bestuursobject is niet recht-toe-recht-aan, maar eerder een rommelig, experimenteel en onzeker proces omdat het soms conflicteert met (zich moet ontvouwen binnen) de bestaande institutionele context”, schrijven de onderzoekers. “De spelers navigeren door reeds bestaande bestuursarrangementen, samenwerkingen en machtsonevenwichtigheden.”
Onduidelijke regionale grenzen
De onderzoekers noemen wijkverpleegkundigen en thuiszorgmedewerkers als voorbeeld. Zij worstelen met de door beleid veroorzaakte regionalisering. Zij ervaren een gebrek aan duidelijkheid over met wie samengewerkt moet worden en binnen welke grenzen. Onduidelijke regionale grenzen dwingen tot het beoordelen en zoeken naar samenwerkingen die zich conformeren met beleidsideeën over wat de regio is. Verder richt regelgeving zich vooral op zorgorganisatie en licht de focus sterk op de prestaties van deze organisaties. Ook dat is iets wat de vorming van de regio hindert.
Weerstand
Uit de analyse blijkt dat bestuursobjecten niet neutraal en onbetwist zijn en ook weerstand oproepen. Het vormen van professionele en organisatorische structuren tijdens hervormingen van het gezondheidszorgbeleid blijkt lastig. Het vormen van de regio stuit op tegenstrijdige betekenissen van wat de regio is.
“De regio is (nog) geen bestaande bestuurlijke realiteit in de Nederlandse gezondheidszorg. De sociaal-ruimtelijke vorming van de regio als bestuursobject wordt gevormd, door krachten binnen en over de regionale grenzen heen. (..) Regio’s zijn dus geen ‘begrensde’ geografische ruimtes gedefinieerd voor administratieve doeleinden, maar eerder dynamische constellaties van bestuurlijke en professionele netwerken en zorginfrastructuren waarvan beleidsmakers deel uitmaken”, aldus de onderzoeker.
Betrokkenheid beleidsmakers
Van de regio een bestuursobject maken vraagt om de betrokkenheid van beleidsmakers bij de politiek in en tussen regio’s. Zij moeten ervoor zorgen dat minder krachtige regio’s, met minder organisatorische middelen en sociale en technische infrastructuren niet achteropraken. Verder onderzoek moet tot slot uitwijzen wat de invloed van regiovorming is op de zorg en de samenleving.
Martien Bouwmans
Zolang er niet een instantie de regie krijgt toegewezen over de regio(vorming) komt er van die regio’s, maar ook op wat die zouden moeten doen, natuurlijk niets terecht. Dan gaat het alle kanten op.