Tussen 2006-2009 werd Nederland getroffen door de grootste Q-koortsuitbraak ooit. Q-koorts is een zogenoemde zoönose, een dierziekte die kan overgaan op mensen. Met name geiten in boerderijen in Noord-Brabant en in mindere mate Limburg werden ziek, waarna tienduizenden mensen besmet raakten en meer dan honderd patiënten overleden. De overheid heeft indertijd het publiek lange tijd niet geïnformeerd over de Q-koortsuitbraken op boerderijen, en gaf geen informatie over de risico’s voor mensen.
Dagelijks gevolgen
Vijftien jaar later ervaren patiënten nog dagelijks de ernstige gevolgen van de epidemie, met name problemen op medisch, sociaal en financieel vlak. Fysieke inspanning is vaak lastig, ze zijn snel moe, waardoor hun wereld steeds kleiner wordt, aldus de ombudsman. Eerder, in 2012 en 2017, deed de ombudsman ook al onderzoek naar de gevolgen van Q-koorts. Maar de belangrijkste aanbevelingen zijn nog steeds niet opgevolgd.
Reden voor de ombudsman om met name het ministerie van Volksgezondheid nóg een keer op te roepen excuses te maken en de Q-koortspatiënten de erkenning en ondersteuning te geven die ze nodig hebben. Klachten van mensen met het Q-koortsvermoeidheidssyndroom (QVS) lijken veel op die van postcovid (longcovid) patiënten, aldus de ombudsman. Hij pleit daarom voor het investeren in kennis en expertise over Q-koorts én postcovid.
Verantwoordelijkheid
“Het is nu echt tijd dat de overheid zijn verantwoordelijkheid pakt en niet dezelfde fouten maakt als in het verleden”, aldus Van Zutphen. “Het is tijd dat we Q-koortspatiënten weer een toekomstperspectief geven. Excuses van de overheid zijn daarbij een cruciale eerste stap.”
Verder blijkt uit het onderzoek dat gemeenten niet altijd genoeg doen voor mensen met Q-koorts. Zo geven sommige gemeenten wél, maar andere geen huishoudelijke hulp vanuit de Wmo.
Reactie VWS
Demissionair zorgminister Pia Dijkstra erkent dat Q-koorts-patiënten ernstig zijn getroffen, al jarenlang. Aan uitgebreidere excuses van het kabinet aan de Q-koortspatiënten waarop de Nationale ombudsman aandringt, waagt ze zich niet. “Wat ik vooral belangrijk vind, is dat ik aangeef dat ik herken wat ze vragen. Die herkenning en erkenning is er bij mij absoluut”, zei ze voorafgaand aan de ministerraad.
Het ministerie van Volksgezondheid kijkt op dit moment onder meer naar wat de overeenkomsten zijn tussen Q-koortspatiënten en post-covidpatiënten. Er zijn veel overeenkomsten in klachten en in het onderzoek daarnaar. “Eigenlijk gaat het niet eens zozeer om welke infectie je hebt gehad, maar dat na ernstige infecties allemaal verschijnselen kunnen optreden waar mensen ernstig door worden getroffen.” (ANP)