Alleen al in de afgelopen twee jaar zijn er meer dan honderd commerciële verpleeghuizen bijgekomen. De Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) vindt de stijging zorgelijk. “We zijn niet per se tegen de groei van commerciële verpleeghuizen. Het kan voor patiënten die niet meer thuis kunnen wonen namelijk een oplossing zijn. We merken alleen dat de medische zorg in deze woonvormen niet altijd goed geregeld is.”
Specialist
Volgens de LHV is er in commerciële verpleeghuizen bijvoorbeeld niet altijd een specialist ouderengeneeskunde of ouderenpsychiater aanwezig. In deze woonvormen hebben ouderen vaak een indicatie voor verblijf zonder zorg. Zodra de zorg zwaarder wordt, komt de extra zorg bij de huisartsen terecht. “Dit legt extra druk op huisartsenpraktijken. Ouderen hebben vaak meerdere ziekten en de zorg die de huisarts geeft is niet gericht op dit soort specialistische zorg.” Bovendien komen ouderen die in commerciële verpleeghuizen wonen vaker in het ziekenhuis terecht, omdat ze zorg nodig hebben die niet in het verpleeghuis gegeven kan worden.
Patrick Jeurissen, hoogleraar Betaalbaarheid van Zorg aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, noemt de toename “fors”. Hij zegt dat deze stijging komt, doordat de overheid verzorgingshuizen sloot en sinds tien jaar stimuleert dat ouderen lang thuis blijven wonen.
Verdienmodel
Een kamer in een commercieel verpleeghuis kost veel meer geld dan een kamer in een ‘gewoon’ verpleeghuis. Volgens hoogleraar Jeurissen hoeft dat geen probleem te zijn: “Je kunt best een extra service leveren aan mensen met vermogen”. Maar hij is ook kritisch. “Ik betwijfel of alle commerciële verpleeghuizen alle ouderen van goede zorg kunnen voorzien tegen acceptabele kosten.”
Ouderenbond ANBO-PCOB noemt het verdienmodel van commerciële huizen een risico. “Men richt zich op mensen die een beetje zorg nodig hebben en niet op mensen met complexe problematiek. Men gaat ervan uit dat mensen in zo’n woonvorm zich bij een huisarts kunnen inschrijven, maar die zit er niet op te wachten. Het verdienmodel houdt niet altijd rekening met de specialistische zorg die soms nodig is. De inspectie moet er echt scherp op zijn.”
Reactie inspectie
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) maakt zich geen zorgen over de opkomst van commerciële verpleeghuizen in Nederland. “Het maakt ons niet uit wat de bedrijfsvorm of de organisatievorm van een verpleeghuis is. Het maakt niet uit of een verpleeghuis groot of klein is, of deel uitmaakt van een keten. Zolang geld dat voor zorg bedoeld is naar de zorg gaat en de kwaliteit van de zorg puik in orde is, maakt het ons niet uit dat er aandeelhouders zijn”, zegt een woordvoerder van de toezichthouder.
Het gaat om alle verpleeghuizen die als onderneming zijn ingeschreven in het handelsregister van de KVK, geteld op de eerste dag van elk jaar. Stichtingen zijn niet meegenomen in de cijfers. Dit zijn vaak zorginstellingen zonder winstoogmerk. Het daadwerkelijke aantal commerciële verpleeghuizen kan daarom nog iets hoger liggen. (ANP)