VVD-Kamerlid Jacqueline van den Hil diende een motie in over begrijpelijke en inzichtelijke informatie voor patiënten over verschillen in uitkomsten van behandelingen en kwaliteit van zorg. Deze motie is aangenomen.
Variatie bij prostaatkanker
Aanleiding is het promotieonderzoek van Maike Schepens die ontdekte dat bij het ene ziekenhuis 19 procent van de prostaatkankerpatiënten incontinent werd na een prostaatverwijdering en bij een ander ziekenhuis 85 procent. Schepens kon niet zien om welke ziekenhuizen het gaat omdat de ziekenhuisgegevens geanonimiseerd zijn.
Wettelijke taak
In de motie staat dat het Zorginstituut, de IGJ en de NZa de wettelijke taak hebben om kwaliteitsinformatie en informatie over toegankelijkheid openbaar te maken voor patiënten en burgers. In de motie staat ook dat inzet in eerdere programma’s, zoals ‘Uitkomstgerichte Zorg’ en de ‘Transparantiekalender’, nog te weinig verbetering en inzicht hebben opgeleverd.
Concrete afspraken
Daarom wil de Kamer dat het kabinet met het Zorginstituut, de IGJ en de NZa steviger inzetten op en toezicht houden op transparantie over praktijkvariatie. Deze partijen moeten met zorginstellingen concrete afspraken maken over begrijpelijke en inzichtelijke informatie voor patiënten over verschillen in ervaren en objectieve uitkomsten van zorg, bijwerkingen en complicaties van behandelingen en wachttijden.
Informatie is er al
Ziekenhuizen zijn afhankelijk van de informatie die zij krijgen van kwaliteitsregistraties van de verschillende medische beroepsgroepen. Informatie kan ook uit declaratiegegevens van zorgverzekeraars gehaald worden. Daarnaast zijn er partijen, als de stichting Dutch Institute for Clinical Auditing (DICA), die kwaliteitsregistraties bijhouden. Het DICA weet alles over de uitkomsten van kankeroperaties, maar deze informatie wordt niet openbaar gemaakt, ondanks dat de stichting wordt gefinancierd met premiegeld.
Het argument dat de wens van de Kamer leidt tot meer administratieve lasten voor zorgaanbieders gaat volgens Arthur Schellekens, directeur-bestuurder Patiëntenfederatie Nederland, dus niet op: “Veel van de data die we nodig hebben wordt al bijgehouden. Het moet alleen openbaar worden en op een goede manier ontsloten zodat het begrijpelijk en inzichtelijk wordt voor iedereen.”