Dat stelt de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA). De vereniging vraagt hier aandacht voor bij de Tweede Kamer, die woensdag debatteert over de acute zorg.
Kwaliteitskader Spoedzorgketen
De NVSHA maakt zich zorgen over ontwikkelingen in de ziekenhuiszorg die afwijken van de afspraken in het Kwaliteitskader Spoedzorgketen, waar jarenlang aan is gewerkt. Zowel op lokaal als landelijk niveau wordt afgeweken van vastgestelde minimumkwaliteitsnormen. Het betekent een stap terug in de kwaliteit, waarschuwt de artsenvereniging.
Basisspoedposten
Sommige ziekenhuizen vervangen volgens de vereniging de naam van de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) door variaties daarop, zoals ‘basisspoedposten’ of ‘spoedpleinen’. Daarmee wekken de ziekenhuizen de indruk dat ze zich niet langer hoeven te voldoen aan de vastgelegde normen. Voorzitter David Baden van de NVSHA zegt niet te willen bakkeleien over de naam van de spoedeisende hulp, maar noemt het “onacceptabel dat er getracht wordt de vastgestelde normen te omzeilen, omdat daarmee de kwaliteit van de zorg onder druk komt te staan.”
Specialist op SEH
Baden: “Op deze afgeschaalde SEH-afdelingen worden immers nog wel zieke patiënten ontvangen. Het gaat dan bijvoorbeeld om patiënten waarbij het bij de huisarts of ambulance onduidelijk is welk probleem er achter hun klachten zit of die onverwacht veel zieker blijken te zijn dan aanvankelijk werd ingeschat. Deze patiënten zijn mogelijk levensbedreigend ziek.” Hij noemt het essentieel voor de veiligheid van patiënten dat op deze afdelingen 24 uur per dag specialisten aanwezig dienen te zijn. (ANP/Skipr)
Marjolein Kremers
Sinds het vaststellen van het kwaliteitskader spoedzorgketen, is er duidelijkheid aan welke minimale eisen een SEH dient te voldoen. Voor verschillende, vaak kleinere ziekenhuizen, brengt dit uitdagingen mee, met name in de personele bezetting. Dit heeft er op verschillende plekken toe geleid dat de acute zorg voorziening gelokaliseerd in het ziekenhuis anders georganiseerd wordt door keuzes te maken in zorg- en patiënten aanbod. Verschillende voorbeelden hiervan zijn opgesomd in het recent verschenen rapport ‘Differentiatie van acute (ziekenhuis)zorg’. In het algemeen worden op deze plekken patiënten behandeld waarbij na triage door een huisarts of andere extramurale zorgverlener, het risico op een acuut levensbedreigende aandoening zeer laag wordt geschat, dan wel dat de meest waarschijnlijke diagnose op de spoedpost behandeld kan worden. Te denken valt aan een botbreuk, trombosebeen of nierstenen. Deze verschillende zorgvormen, worden juist gekenmerkt door doordachte ingangscriteria, juist om met minder uitgebreide faciliteiten op lokaal niveau acute basiszorg te kunnen bieden en daarmee de acute zorg in de regio toegankelijk te kunnen houden.
De suggestie dat spoedposten of spoedpleinen enkel een naamsverandering betreffen en daardoor de patiëntveiligheid in het geding komt, zet de verdere ontwikkeling van lokale en regionale oplossingen ten aanzien van de toegankelijkheid van acute zorg onder druk. Vanwege een toenemende vraag naar acute zorg, waarbij vanwege de vergrijzende bevolking acute zorg steeds vaker een verslechtering van een chronisch probleem zal zijn, als ook personele schaarste, is het juist nodig om in te zetten op borging van kwaliteit met behoud van continuïteit in het lokale of regionale netwerk en kunnen spoedposten mogelijkheden bieden. Het is daarvoor wel van belang te identificeren voor welke patiënten de aldaar beschikbare faciliteiten voldoende zijn en voor welke patiënten niet.
Hoewel wij de mening delen dat een spoedpost geen ‘stiekeme SEH’ mag zijn enkel om het kwaliteitskader spoedzorgketen te ontlopen, bieden spoedposten of spoedpleinen wel degelijk kansen om de toegankelijkheid van acute zorg te waarborgen. Laten we ons inzetten om patiëntengroepen te identificeren voor wie deze zorgvorm veilig is, voor welke patiëntengroepen de opvang van de acute zorg meer dan dat vraagt, deze groepen vroegtijdig te herkennen en de geleverde kwaliteit hierbij structureel te evalueren, om op die manier de meest passende acute zorg te leveren.
Marjolein Kremers, internist acute geneeskunde en voorzitter WG Spoedzorg NIV
Prabath Nanayakkara, hoogleraar acute geneeskunde, Amsterdam UMC