Beeld: Ahmetemre/iStock/Getty Images
Dat blijkt uit de Jaarcijfers huisartsenzorg 2023, vastgelegd door het Nivel. Het rapport is gebaseerd op gegevens afkomstig van 424 huisartsenpraktijken die deelnemen aan Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn.
Huisvisites
Zowel het aantal korte als lange visites nam af. Dit is in lijn met de vorig jaar ingezette daling. Net als in voorgaande jaren is het aantal lange visites hoger dan het aantal korte visites. In 2019, voor de coronapandemie, was dit nog andersom.
Zorggebruik
Ruim driekwart van de ingeschreven patiënten bij een huisarts had in 2023 minimaal één contact met de huisartsenpraktijk. Dit percentage is iets hoger dan in 2022, maar nagenoeg gelijk aan 2019. Patiënten hadden in 2023 gemiddeld 5,2 keer contact met de huisartsenpraktijk. Dit is ongeveer gelijk aan het niveau van 2022 en het niveau van voor de covid-19 pandemie.
Het aantal consulten bij de praktijkondersteuner-ggz (poh-ggz) in 2023 was 168 per 1.000 ingeschreven patiënten. Dit is hoger dan in 2019 (150), maar nagenoeg gelijk aan 2022 (169). De meeste contacten met de poh-ggz waren consulten van 20 minuten en langer.
Verrichtingen
Het aantal gedeclareerde modernisering en innovatie-verrichtingen was 188 per 1.000 ingeschreven patiënten in 2023; dit is bijna gelijk aan 2022 (184). Bij zowel mannen als vrouwen werden de modernisering en innovatie-verrichtingen ‘Intensieve zorg, dag’ en ‘Chirurgie’ het meeste gedeclareerd.
Acute aandoeningen
Van alle acute klachten en aandoeningen die de huisarts registreert, is bij de helft (49 procent) het aantal in 2023 afgenomen ten opzichte van 2022. Na een toename van klachten en aandoeningen van de luchtwegen in 2022, namen deze in 2023 het sterkst af (met 33 procent). Dit heeft te maken met een daling van covid-19 in de huisartsenpraktijken in 2023.
Gezondheidsproblemen
Urineweginfectie was vorig jaar de meest gestelde diagnose in de huisartsenpraktijk. Per 1.000 ingeschreven patiënten zijn er 156 contacten geweest voor urineweginfecties, dat is bijna 3 procent van alle contacten. Hierna werden de meeste contacten gedeclareerd voor essentiële hypertensie zonder orgaanschade (2,4 procent) en diabetes mellitus (1,8 procent).
Antibiotica
Nog steeds wordt er minder antibiotica voorgeschreven dan voor de coronapandemie. Het percentage patiënten dat in 2023 minimaal één antibioticum kreeg voorgeschreven (16,8 procent) is weliswaar licht gestegen ten opzichte van 2022 (16,0 procent), maar nog altijd iets lager dan in 2019 (17,2 procent).
Medisch specialist
Huisartsen verwezen vorig jaar even vaak naar medisch specialisten als het jaar daarvoor. In de meeste leeftijdsgroepen daalde het aantal verwijzingen licht, terwijl in de grootste leeftijdsgroep, 18- tot 64-jarigen, het aantal verwijzingen ongeveer gelijk bleef: van 306 naar 308 verwijzingen per 1.000 ingeschreven patiënten. Tussen 2022 en 2023 was de grootste stijging in het aantal verwijzingen naar longziekten en psychiatrie. De grootste daling was bij kindergeneeskunde en bij KNO-heelkunde.
Peter Koopman
Huisartsen komen weinig “aan huis” en kunnen daarom beter “Wijkartsen” genoemd worden. Bij “wijkverpleegkundigen” is dat andersom! Ook vervullen praktijkhoudende huisartsen, naast hun geneeskundige arbeid, steeds vaker de functie van eigenaar/directeur van een kleine onderneming met een groeiend aantal personeelsleden. ( “ik wens u veel personeel” klinkt meestal niet bewonderend.). In de huidige heroriëntering op de basisorganisatie van de professionele zorg voor het gezonde bestaan in Nederland, vormt deze wijkarts een sleutelfunctie. Het Nivel telt, net als de verzekeraars de “productie” van deze zorgbedrijven, maar de afnemende animo om zelfstandig wijkarts te worden, mis ik in dit jaaroverzicht. Een te kleine sleutel voor een groter wordend slot geeft meer en meer problemen, toch?