takasu - stock.adobe.com
Het gaat om een bezoek van de inspectie in op 14 maart bij het pand van Huisartsenpraktijk Co-Med Slotervaart en het Patiënten Contact Centrum (PCC) van Co-Med aan de Louwesweg 6 in Amsterdam. Het PCC is het dochterbedrijf van Co-Med Zorg BV dat een maand later failliet werd verklaard.
Toegang
Kort nadat het bedrijf op de hoogte was gebracht, verbood het bedrijf de inspecteur de toegang. Volgens Co-Med viel alleen de zorgbv onder het toezicht van de inspectie en niet het contactcentrum. Volgens de IGJ werd er wel degelijk zorg verleend vanuit het PCC, maar Co-Med ontkende dat. Verwijzend naar de wet, kreeg Co-Med toch toegang tot het pand.
Maar aan het einde van de ochtend, toen Co-Med had vernomen dat de inspectie zorginhoudelijke vragen had gesteld aan een medewerker van het contactcentrum, zocht het bedrijf opnieuw de confrontatie. Dit keer werd de inspecteur telefonisch gesommeerd om te vertrekken. Maar inmiddels was duidelijk voor de inspectie dat er wel degelijk zorg werd verleend vanuit het centrum.
Medicijnen
In de ruimte van het PCC was ten tijde van het bezoek van de inspectie één doktersassistente aan het werk voor het PCC, een tweede doktersassistente werkte vanuit huis. In totaal waren 4 doktersassistenten, die twee voltijdsbanen deelde, werkzaam in het PCC. Zij konden de telefonische wachtrij inzien van de locaties van de Co-Med Zorg BV en konden bijspringen om die wachttijd te verkorten.
Tijdens het gesprek wordt onder meer duidelijk dat de desbetreffende assistente zelf herhaalrecepten in de buffer kan zetten om geaccordeerd te worden. Zij gaf aan dat alle medicatie herhaald mag worden. Specifieke afspraken hierover waren niet bekend. Onduidelijk was hoe de regie-arts van het contactcentrum bereikbaar kon zijn omdat die persoon niet alle dagen werkzaam was.
Vanwege het faillissement heeft de inspectie geen verdere maatregelen genomen. In februari heeft ook de NZa een inval gedaan bij het hoofdkantoor van Co-Med.