Voorzitter van de Nederlandse ggz, Ruth Peetoom, blikt terug op de eerste periode IZA: “We zijn goed op weg, al gaat het minder snel dan we zouden willen. Als sector moeten we op sommige vlakken nog harder onze schouders eronder zetten, maar een deel van de vertraging komt ook door financieringsproblemen en knelpunten in wet- en regelgeving.”
Ziekenhuizen
Binnen de ggz-sector is er pas een transformatieplan goedgekeurd. Dit gaat binnen de ziekenhuizen in een hoger tempo.
Peetoom zegt hierover: “Ziekenhuizen hoeven zo’n plan met minder organisaties te maken, vaak alleen met enkele zorgverzekeraars. In de ggz hebben we te maken met veel complexere samenwerkingsverbanden, waaronder verzekeraars, huisartsen en vaak meerdere gemeenten.”
Concrete cijfers
Ook is het volgens Peetoom moeilijker voor de ggz om aan de voorwaarden te voldoen: “Innovaties in samenwerking zijn minder makkelijk in concrete cijfers om te zetten. Hoe bewijs je bijvoorbeeld dat mensen die naar een laagdrempelig steunpunt gaan, anders bij de ggz terecht zouden komen?”
Peetoom vervolgt: “In 2023 zijn zo’n 24.000 meer mensen behandeld in de ggz door hetzelfde aantal medewerkers dan in het jaar ervoor. Is dat dankzij digitale middelen? Of door meer te behandelen in groepen? Dat is moeilijk te bewijzen, wat het lastig maakt om onze plannen goedgekeurd te krijgen.”
Financiële druk
Ook staan belangrijke samenwerkingspartners van de ggz, zoals de gemeenten, onder financiële druk. Vanaf 2026 bevinden gemeenten zich in een overgangsperiode tussen het oude financiële systeem, dat eindigt in 2025, en het nieuwe systeem, dat van start gaat in 2027.
Dit maakt het volgens Peetoom onmogelijk om meerjarige plannen te maken met gemeenten: “Dat maakt het ook lastig om voor nieuwe plannen geld te krijgen uit de transformatiemiddelen omdat hiervoor meerjarige financiële zekerheid vereist is. Dit vormt een risico voor het behalen van onze IZA-doelen, want gemeenten zijn essentieel in onze plannen. Als meer mensen de weg vinden naar andere ondersteuning in plaats van ggz, neemt de financiële druk op gemeenten toe, dus daar zal extra geld naar toe moeten.”
Stappen zetten
Toch werkt de ggz-sector gewoon door. Zo zijn er in de helft van de regio’s mentale gezondheidsnetwerken opgericht en wordt de regeldruk ook verminderd.
Peetoom: “Hier kunnen we zelf nog stappen zetten, net als in het verder opschalen van digitale zorg. Bijna de helft van de instellingen biedt nu voor een deel van hun aanbod hybride zorg aan. Dit moeten we de komende jaren verder gaan uitbreiden en het is belangrijk om onze professionals hier goed in mee te nemen. Maar we zijn nog niet halverwege, dus we gaan er nog stevig tegenaan,”