Begin juli kondigde de ggz-aanbieder centralisatieplannen aan voor de klinische afdelingen Centrum voor Veerkracht en Stabiliteit (CVS) en de twee HIC-afdelingen in Tilburg en Breda. Reden hiervoor is het niet op te lossen tekort aan regiebehandelaren en specialisten in de cruciale ggz voor mensen met complexe psychische problematiek. “In de huidige situatie kunnen we niet blijven voldoen aan de landelijke eisen die gelden voor HIC-zorg en is op korte termijn ingrijpen onvermijdelijk geworden”, maakte GGz Breburg in juli bekend.
Samenvoeging
Daarom is het aanbod op één locatie samengevoegd. “Centraliseren maakt het voor medewerkers makkelijker om voor elkaar in te vallen, inhoudelijk onderwerpen met elkaar te delen, elkaar op te vangen en expertise te delen”, aldus de ggz-aanbieder. Per 1 juli is het klinische CVS-aanbod gecentraliseerd in Breda. Per 1 augustus zijn de twee HIC-afdelingen samengevoegd in Tilburg en zijn het team en de cliënten van de HIC-afdeling in Breda verhuisd.
Beddenreductie
Naast de centralisatie voert GGz Breburg een beddenreductie door. Het aantal HIC-bedden wordt van 50 naar 35 teruggebracht. “Ook met minder bedden kunnen we de zorg blijven bieden die nodig is. De HIC is een plek waar mensen stabiliseren, maar niet herstellen.” De aanbieder hoopt met betere sturing op in- en doorstroom de HIC-capaciteit in de nieuwe vorm effectiever in te zetten en mensen sneller de juiste zorg te kunnen bieden.
De spoedeisende psychiatrische onderzoeksruimte, de crisisdienst en de intensieve behandeling bij crisis-thuis-teams blijven wel in Breda gevestigd. Ook de deeltijd CVS blijven in Tilburg en Breda beschikbaar. “In de aanmelding, triage en beoordeling verandert er in de regio Breda niks.”
MIND verbolgen
Belangenvereniging MIND is verontwaardigd over de beddenreductie. “Personeelstekort mag wat ons betreft geen reden zijn om behandelplekken te sluiten”, vertelt een MIND-woordvoerder aan het AD. “Dit is precies waarvoor we al langer vrezen en waarom we het nieuwe kabinet vragen te zorgen voor voldoende opleidingsplaatsen en minder administratielast.”