Dat staat in een brief aan de vaste Kamercommissie voor VWS, in aanloop naar de behandeling van de VWS-begroting op 21 oktober.
AI lost alles op?
Het regeerprogramma van het kabinet-Schoof-I zet vooral in op digitale zorg, kunstmatige intelligentie en elektronische gegevensuitwisseling. Deze technische innovaties moeten de arbeidsmarktkrapte oplossen en de zorg betaalbaar en toegankelijk houden. MIND waarschuwt het kabinet voor ‘techno-optimisme’: het idee dat technische innovaties complexe maatschappelijke problemen kunnen oplossen.
Risico’s digitale zorg
Digitale zorg en gegevensuitwisseling leveren volgens MIND ook risico’s op voor de privacy, het vertrouwen en de behandelrelatie. Dat zijn juist belangrijke voorwaarden voor de kwaliteit en effectiviteit van de geestelijke gezondheidzorg (ggz). MIND roept daarom in de brief aan de Tweede Kamer op om de mens centraal te stellen bij digitalistering in de ggz. MIND-directeur Dienke Bos benadrukt: “Zorg voor een omgeving die voor cliënten veilig genoeg is om hun verhaal te vertellen, waarborg de kwaliteit van zorg en behoud het menselijk contact.”
De mens centraal
Dat er meer middelen gaan naar stimuleringsregelingen voor digitale zorgtoepassingen, vindt MIND op zich een goede ontwikkeling. Digitale zorg biedt immers veel kansen, ook voor cliënten. “Toch is het belangrijk om niet puur vanuit kostenbesparing en efficiëntie naar digitale zorg te kijken. Uiteindelijk gaat het om de mens, de cliënt met een zorgvraag”, aldus Dienke Bos. “Waar heeft iemand behoefte aan en hoe kan digitale zorg hierin voorzien?”
Effectiviteit digitale zorg
Volgens MIND is er nog te weinig onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit en ervaringen van cliënten met digitale zorg. Bovendien is er weinig toezicht op de kwaliteit en ontbreekt het aan regelgeving, richtlijnen en kaders rondom de kwaliteit en inzet van digitale zorg. “Digitalisering van zorg mag niet ten koste gaan van de vertrouwensrelatie tussen behandelaar en cliënt: het fundament voor een succesvolle behandeling.”
Ervaringskennis ggz
MIND pleit ervoor dat ervaringskennis centraal staat in de ontwikkeling en implementatie van digitale zorg. Alleen zo kan digitale zorg aansluiten bij de behoeften van mensen, passend worden ingezet en bijdragen aan de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg.
Veilige digitale gegevensuitwisseling
In de brief heeft MIND ook oog voor de zegeningen van technische vooruitgang. Gegevensuitwisseling heeft het potentieel om medische fouten te voorkomen en daarmee de veiligheid van zorg te verbeteren. De middelen die hiervoor beschikbaar worden gesteld, zijn dan ook zeer welkom, stelt MIND. “Tegelijkertijd is gegevensuitwisseling een gevoelig onderwerp in de ggz. Denk aan de ophef rond de HONOS+ vragenlijst,” waarschuwt Bos. “Het idee dat gegevens misschien niet binnen de vier muren van de spreekkamer blijven, maakt het voor cliënten moeilijk om zichzelf open te stellen in de behandeling en kan ertoe leiden dat mensen zorg gaan mijden. Ook hier moet niet aan de mens voorbij worden gegaan.”
Privacy en veiligheid
MIND vindt dat het maatschappelijke belang en de individuele privacy en veiligheid continu afgewogen moeten worden. “We roepen hierbij op om de informatiepositie en eigen regie van mensen over hun gezondheidsgegevens te verbeteren. En áls gegevens worden uitgewisseld, dat cliënten erop kunnen vertrouwen dat dit veilig gebeurt.”
Peter Koopman
Helder betoog van Mind vanuit ervaringskennis als patiënt !!!! Kan dit ook vanuit mijn (psychiatrisch) verpleegkundige- en bestuurlijke invalshoek meer dan onderschrijven. Verplegen is mensenwerk en kan wel wat ondersteund worden door techniek. Als neven-effekt van bijv. beeldbellen krijgen patiënten en professionele hulpverleners meer actuele informatie hetgeen de kwaliteit van de zorgverlening kan verhogen, maar mogelijk daardoor ook intensiever kan worden.