Wat is nodig om passende zorg in de praktijk te brengen? Die vraag stond centraal tijdens de ‘dialoogsessies’, die het slotstuk vormden van het Congres Passende Zorg, op 10 oktober jl. in Utrecht. Deelnemers gingen in groepjes van acht tot tien personen in gesprek over wat de zorg kan doen om de kloof tussen theorie en praktijk te overbruggen.
Efficiënte zorg
Een goede discussie begint natuurlijk met een goed begrip van de problematiek. ‘Passende zorg’ is een containerbegrip, merkte een van de deelnemers op, en als iedereen er zijn eigen invulling aan geeft praat je al snel langs elkaar heen. Maar zoals tijdens het congres al aan de orde was gekomen, komt passende zorg in wezen neer op efficiënte zorg. En die vaststelling, waar men het ook aan de dialoogtafel snel over eens was, raakt natuurlijk weer aan het debat over de toekomstbestendigheid van de zorg.
Het probleem is bekend: de zogenoemde dubbele vergrijzing komt eraan, en als men daar de nu al nijpende personeelstekorten bij optelt is het maar de vraag of we in de toekomst de belofte van ‘goede zorg voor iedereen’ kunnen waarmaken. In die context betekent ‘passende zorg’ niet alleen ‘de juiste zorg voor de juiste persoon op de juiste plaats’ of iets dergelijks, maar ook simpelweg het stoppen of in ieder geval beperken van onnodige zorg, en het wegnemen van inefficiënte processen.
Maar hoe doe je dat? Hoe breng je ‘passende zorg’ in de praktijk? Tijdens het congres was ook deze kwestie natuurlijk al aan de orde gekomen. Valkuilen en hindernissen genoeg: zorgpartijen werken nog te vaak langs elkaar heen, initiatieven lopen vast in bureaucratie en, niet onbelangrijk, de organisaties die aan tafel zitten hebben vaak geen direct belang bij het beperken van het zorgaanbod. Je kunt afspraken maken en akkoorden sluiten wat je wilt, zolang veel zorgverleners worden betaald om te behandelen en niet om niet te behandelen, blijft de zorgsector in een ongemakkelijke spagaat staan.
Partnerschap succesformule voor Passende Zorg
Deze no nonsense benadering kleurde de vervolgdiscussie aan tafel, onder gespreksleider Arjen Lakerveld van Medtronic Integrated Health Solutions (IHS). Medtronic is partner van Zorgvisie en wil graag een rol spelen in het debat over maatschappelijke gezondheidsthema’s, legde Lakerveld uit. Hij had enige prikkelende stellingen geformuleerd om een en nog ander nog wat meer op scherp te zetten. Maar de deelnemers hadden geen aanmoediging nodig om een geanimeerd gesprek aan te gaan en hoopgevende ervaringen uit te wisselen.
Niet alleen werken verschillende zorgpartijen langs elkaar heen als het gaat om passende zorg, ook binnen zorginstellingen is de coördinatie vaak niet optimaal, zo bleek al gauw uit de discussie. Tegelijkertijd kwamen er ook voorbeelden op tafel van hoe het wel kan. Bijvoorbeeld de ‘anderhalvelijns-poli’ voor lage rugpijn in Maastricht, waar Medtronic IHS het MUMC ondersteunde om het aantal doorverwijzingen naar het ziekenhuis met 45 procent terug te brengen. Ook besprak men een project waarmee het St. Antonius de wachttijd voor ablatie fors wist terug te brengen.
Ten slotte kwam een pilot ter tafel waarbij alle relevante zorgverleners van een ziekenhuis – arts, fysiotherapeut, diëtist en indien nodig geriater – één ochtend tegelijkertijd betrokken zijn bij de prehabiliatie van oudere patiënten. Het is de bedoeling dat ze hierdoor fitter, sterker en gezonder hun operatie ingaan, zodat ze ook beter herstellen na de ingreep – en dus minder zorg nodig hebben. De uitdaging zit hier niet zozeer in de prehabilitatie zelf, maar in de samenwerking en coördinatie tussen de zorgverleners. Er is in ieder geval een business case te maken voor deze vorm van passende zorg, want het is aangetoond dat patiënten met prehabilitatie minder vaak last hebben van complicaties na een operatie.
Weerbarstig
Sommige optimisten hebben bij de invoering van passende zorg hoge verwachtingen van AI. Slimme toepassing van AI-applicaties zou enorm kunnen helpen bij het brengen van de juiste zorg op de juiste plaats en enorme tijdwinst opleveren, zo luidt de verwachting. De praktijk is in dat opzicht nog weerbarstig, bleek uit de discussie. De implementatie en het onderhoud van technologie kost immers ook tijd en geld, en of een bepaalde toepassing per saldo daadwerkelijk iets oplevert moet nog blijken. Technisch zijn er nu al heel veel interessante mogelijkheden, maar voor de zorg is vooral de schaalbaarheid van een bepaalde AI-applicatie relevant.
Toch zijn er wel degelijk digitale oplossingen beschikbaar die nu al heel concreet het verschil kunnen maken. Zo besprak men aan tafel de zogenaamde virtual fracture care, waarbij het contact met patiënten met relatief eenvoudige fracturen na de eerste behandeling geheel digitaal verloopt, en vervolgbezoek aan ziekenhuis of huisarts niet nodig is. “We willen als het kan terug naar de nulde lijn,” zei een deelnemende arts bij discussie. Technologie zoals een producent als Medtronic die ontwikkelt, kan helpen bij deze ontwikkeling.
Mentaliteitsomslag
Maar misschien nog veel belangrijker dan technologische oplossingen is een mentaliteitsomslag bij zorgprofessionals. ‘Niet behandelen’ is ook onderdeel van passende zorg, was één van de conclusies aan tafel. De huisarts bijvoorbeeld hoeft een patiënt met een gebroken teen niet door te verwijzen naar radioloog of chirurg, om de simpele reden dat er, uitzonderingen daargelaten, bij een gebroken teen geen behandeling nodig is. En zo zijn er tal van gevallen waarbij passende zorg neerkomt op ‘geen zorg’. Maar daarvoor moeten zorgmedewerkers wel samen optrekken.
Tijdens het congres was ook al duidelijk geworden dat de zorg in ieder geval niet moet wachten op een grootschalige ‘stelselwijziging’, als die er al ooit komt. We moeten het stelsel niet willen vervangen maar optimaliseren, aldus één van de sprekers; goed kijken naar de praktijk en dan bijsturen waar nodig, zodat je een ‘lerend systeem’ krijgt. En wat die krappe arbeidsmarkt betreft, hoeven bestuurders niet te snel in paniek te raken. In de context van passende zorg heeft de sector misschien eerder last van een ‘belofteoverschot’ dan van een personeelstekort.
Praktische invulling
Als de discussie onder leiding van Medtronic iets duidelijk maakte, dan toch dat concrete, kleinschalige initiatieven van zorgprofessionals minstens zo veel waard zijn als abstracte ‘akkoorden’ tussen de grote zorgpartijen. Op de werkvloer gebeurt het immers. Daar kunnen professionals elkaar vinden en aanspreken, daar ontstaan de innovatieve ideeën om passende zorg een praktische invulling te geven. De kracht van de ontmoeting tussen gelijkgestemden bleek alleen al uit de goede gesprekken die opbloeiden aan tafel.
Tijdens het afsluitende plenaire deel werden de beraadslagingen aan de verschillende tafels in het kort gedeeld. Alle deelnemers waren het er in grote lijnen over eens dat ‘niet alles wat kan, hoeft’. Maar daarvoor moeten medewerkers ook zelfreflectie kunnen opbrengen. Eén deelnemer verwoordde het buitengewoon treffend. Zorgprofessionals, besloot zij de bijeenkomst, zouden zichzelf altijd de vraag moeten stellen: ‘Ben ik het passende antwoord op deze vraag?’
Medtronic is een wereldwijd opererend medisch technologiebedrijf, dat medische apparatuur en technologie voor de gezondheidszorg produceert en ontwikkelt. Medtronic richt zich op verschillende therapiegebieden, waaronder hart- en vaatziekten, neuromodulatie, diabeteszorg en chirurgie. Daarnaast investeert het bedrijf ook sterk in onderzoek en ontwikkeling van innovaties die de kwaliteit van zorg verbeteren en de gezondheid van patiënten bevorderen. In Nederland heeft Medtronic meer dan 3000 medewerkers, en vestigingen in Maastricht, Heerlen, Kerkrade en Eindhoven. |