Private equity
Ondanks een brede Kamermeerderheid en een aangenomen motie om private equity te verbieden in de zorg, blijft de minister tijdens het gehele vier uur durende debat over de eerstelijnszorg bij haar eigen standpunt. bij haar eigen standpunt. Graaiers moeten de zorg uit maar sommige private equity is juist goed en mag blijven. Zoals private equity in de tandartsenzorg waar tandartsen volgens haar veel profijt van hebben. Daar vergoeden private partijen bijvoorbeeld de tandartsenstoelen. PVV Kamerlid René Claassen vond de uitleg te mager en drong aan op een goed plan. Met doorrekening van de kosten, financiële consequenties van het verbieden van private equity “op alle niveaus”, precieze benoeming van de problemen, etcetera. “Anders blijft het hele spel aan de gang.”
Agema riep: “Ik mag 5 miljard euro besteden aan de halvering van het eigen risico in de zorg. Maar ik moet ook 2 miljard euro besparen.” Volgens Agema gaat het verbieden van private equity wel wat kosten. En een tandartsenstoel is duurder dan Claassen misschien denkt.
Agema definieerde de term private equity vervolgens nog eens expliciet, “want daar is nog wel eens verwarring over”. “Private equity is wanneer een grote partij, bijvoorbeeld een pensioenfonds, investeert met vreemd geld. Co-Med is geen private equity want daar zijn de investeringen gedaan met eigen geld.”
Huisartsen
Huisartsen hoeven niet op ingrijpen van de minister te rekenen. Verschillende fracties stelden de vraag of de tarieven in de huisartsenzorg niet te laag zijn. “De minister gaat niet over de tarieven in de huisartsenzorg, dat doet de NZa. Uit recent kostprijsonderzoek werd duidelijk dat kosten sterk zijn toegenomen, bijvoorbeeld voor huisvesting en personeel. De opbrengsten zijn echter ook toegenomen en meer dan de kosten. Huisartsen halen de afgelopen jaren gemiddeld een beter bedrijfsresultaat dan de NZa als norm stelt. Ik vind de huidige bekostiging goed werken.” De huidige bekostiging biedt volgens de minister “voldoende mogelijkheden voor huisartsen om met zorgverzekeraars te onderhandelen over aanvullende maatwerkafspraken.”
Op de vraag of de minister bereid is een waarborgfonds op te zetten voor huisartsen, antwoordde zij ontkennend. “Ik ben geen voorstander van een waarborgfonds waarin de overheid een rol heeft. Het staat de huisartsen vrij een eigen waarborgfonds op te stellen.” Uit contact dat zij heeft gehad met het Waarborgfonds voor de Zorgsector blijkt dat daar weinig animo heerst om dit open te stellen voor huisartsen.
Jonge huisartsen die een praktijk willen overnemen, kunnen dat ook zonder hulp van de overheid, vindt Agema. Verschillende gemeenten zijn daar al druk mee bezig. De minister zegt daarnaast de zorgverzekeraars te gaan wijzen op hun zorgplicht. “Het is aan de zorgverzekeraars om huisartsen te helpen bij het overnemen van een praktijk.”