De journalisten van De Correspondent voerden op 25 maart 2022 in een kasteel in Vorden een achtergrondgesprek met de bestuurders van de Stichting Hulptroepen Alliantie om een reconstructie te maken van de omstreden mondkapjesdeal die zij sloten met de overheid. Ze hoorden anderhalf jaar later dat dit gesprek was afgeluisterd. De Correspondent vindt dat het afluisteren door het OM onrechtmatig is geweest omdat ze hun bronnen dienen te beschermen. De Correspondent eist bij de civiele rechter dat de opname van dit journalistieke gesprek in Vorden daarom wordt vernietigd.
Gericht op verdachten
Volgens het OM was de afluisteroperatie alleen gericht op de verdachten in het onderzoek naar de mondkapjesfraude en niet op de journalisten en hun andere bronnen, aldus de landsadvocaat. Pas op de avond ervoor meldde de FIOD aan het OM dat verdachten ook met De Correspondent zouden praten.
Van aanscherpen tot afblazen
Het OM scherpte per 1 mei dit jaar de regels aan over het afluisteren van gesprekken van verdachten in het bijzijn van journalisten. Volgens de landsadvocaat voldeed de afluisteroperatie aan deze nieuwe regels en heeft de rechter-commissaris dit achteraf, begin dit jaar, ook vastgesteld. De toepassing van de nieuwe regels zou niet tot het afblazen van de operatie hebben geleid.
Bronbescherming
De journalisten van De Correspondent noemden het maandag “een onbegrijpelijke redenering” van de rechter-commissaris dat een achtergrondgesprek niet onder bronbescherming zou vallen. Dat maakt het werken als onderzoeksjournalist onmogelijk omdat bronnen dan niet willen praten, betoogden ze.
“We willen van de rechtbank horen hoe ver bronbescherming gaat. Als journalisten lijdend voorwerp worden in een strafrechtelijk onderzoek, schuift het OM de principes gemakkelijk terzijde en worden we als bijvangst gezien. Als we waarheidsvinding willen onderzoeken, dan is vertrouwelijkheid ontzettend belangrijk”, zei hoofdredacteur Rob Wijnberg tegen de rechters.
De rechtbank in Den Haag doet op 26 februari uitspraak. (ANP)