“Ruim 30.000 patiënten met chronische pijn kunnen voorlopig opgelucht ademhalen: hun revalidatiebehandeling blijft vergoed”, aldus de VRA.
Het geschil ging over revalidatieprogramma interdisciplinaire Medisch Specialistische Revalidatie (iMSR). Het Zorginstituut vond dat de meerwaarde van revalidatieprogramma iMSR moest worden aangetoond ten opzichte van eerstelijnszorg, zoals fysiotherapie. De VRA benadrukte echter dat een dergelijk vergelijkend onderzoek via loting (RCT) onrealistisch en onethisch is, omdat iMSR specifiek bedoeld is voor patiënten die al alle andere opties hebben uitgeput. Alternatieve methoden, zoals internationale erkende SCED-studies en vergelijkingen binnen iMSR, zijn wel geschikt en leveren betrouwbaar bewijs.
Effectiviteit
De VRA had het Zorginstituut gesommeerd haar standpunt over de effectiviteit van iMSR in te trekken. Het Zorginstituut stelde deze behandeling ter discussie, ondanks een volgens de VRA goed onderbouwde wetenschappelijke richtlijn. Als reactie daarop was de VRA een kortgedingprocedure gestart om de vergoeding van iMSR te waarborgen.
Met de nieuwe afspraken is deze procedure van de baan. In de afspraken staat onder meer dat de duiding van het Zorginstituut uit 2022 blijft van kracht. Het Zorginstituut zal zorgverzekeraars een juridische onderbouwing geven, zodat zij iMSR bij chronische pijn kunnen blijven financieren. Ook zal een nieuw comité van stakeholders een aangepaste onderzoeksvraag formuleren, omdat eerdere feedback van de beroepsgroep niet is meegenomen.