Zorgorganisaties staan voor de uitdaging hun zorgvastgoed toekomstvast te verduurzamen om tijdig te voldoen aan het Klimaatakkoord van Parijs en de Europese en Nederlandse wet- en regelgeving. Daarvoor is inzicht nodig in de effecten, de kosten en de samenhang van verduurzamingsmaatregelen.
Veranderingen in zorg, zorghuisvesting en vastgoedverduurzaming
De zorg verandert. Het zorglandschap staat onder druk door toenemende complexiteit van de zorgvraag, technische innovaties en onzekere financiering. Dat waren de belangrijkste conclusies uit een onderzoek dat Royal HaskoningDHV hield onder ruim dertig influencers in de Nederlandse zorgmarkt1 . “Naast de belangrijke veranderingen in de zorg en haar huisvesting, wordt verduurzaming van het zorgvastgoed urgent. Maar liefst 8,7 miljoen m2 bruto vloeroppervlak (bvo) in de cure en 19,3 miljoen m2 bvo in de care zullen de komende decennia CO2-emissievrij moeten worden”, zegt Ruben Peeters. “Het is voor zorgorganisaties van belang om daarbij de juiste keuzes te kunnen maken, zodat de gekozen maatregelen later geen desinvesteringen blijken te zijn.”
Planmatige aanpak
“Gebouweigenaren zijn zich steeds meer bewust van de noodzaak hun zorgvastgoed planmatig te verduurzamen. Naast een toenemend kader van verplichtingen door wet- en regelgeving groeit het inzicht dat een doordachte aanpak van de verduurzaming invloed heeft op de waarde van de vastgoedportefeuille – en bijdraagt aan het tijdig voorbereid zijn op het realiseren van ambities die de organisatie, de werknemers en de omgeving van de zorgorganisatie formuleren. Dit vraagt om het doordacht nemen van verantwoordelijkheid, wat begint met het verkrijgen van het juiste inzicht in de kenmerken van toekomstvast vastgoed en het gewenste overzicht van de daartoe te nemen maatregelen. De komende regelgeving zal de huidige ambities ten aanzien van verduurzaming van veel zorgorganisaties overstijgen. Dat vraagt om een ingrijpende maar doordachte aanpak. Zorgorganisaties moeten dus aan de slag”, stelt Rinus Vader ten aanzien van de energietransitie in de zorg.
Handelingsperspectief
Met de huidige zorgvastgoedvoorraad wordt het erg kostbaar om deze doelen te halen. Daarom is het goed om breder te kijken, naar het drieluik gebruik, gebouw en gebied, waarover later meer. Maar waar te beginnen? Welke maatregelen hebben het meeste effect en hoe verwerkt u de aanpak tot een overzichtelijke routekaart voor de verduurzaming van uw ziekenhuis of care-portefeuille, passend bij de veranderingen in de zorg? Met de FastLane-aanpak ondersteunt Royal HaskoningDHV zowel ziekenhuizen als care organisaties, die aan de slag willen met de verduurzaming van hun specifieke zorgvastgoed en brengt de resultaten onder in een routekaart die een handelingsperspectief vormt voor eigenaar van de gebouwen. “Onze bijdrage is er op gericht om inzicht te bieden in de doelen en overzicht in de maatregelen die de markt biedt”, legt Vader uit. “En dat worden er steeds meer, want er komen regelmatig nieuwe verduurzamingsmaatregelen bij. Met onze aanpak rekenen we deze maatregelen door en stellen samenhangende pakketten van maatregelen op waarmee verschillende scenario’s zijn te realiseren. Zorgorganisaties kunnen daar dan, gegeven hun ambities en beschikbare middelen, keuzes in maken.”
Transitie warmtebronnen
“Het vuurtje stoken, daar moeten we echt van af”, stelt Vader. “We moeten naar andere warmtebronnen: warmte uit de lucht, uit de bodem en uit het water. Dat is dé manier om de uitstoot van het broeikasgas van de gebouwde omgeving, de CO2-emissie, terug te brengen. En dat heeft gevolgen voor het vastgoed. De warmte die je uit de lucht, de bodem en het water haalt, is qua temperatuur niet te vergelijken met die van verbranding van koolwaterstoffen als olie en gas. Dat vraagt om meer verwarmingsoppervlak voor de afgifte van deze warmte in gebouwen, bijvoorbeeld met behulp van grotere radiatoren of vloerverwarming. En het vraagt om aanpassingen van het warmtedistributiesysteem en een betere isolatie van oudere gebouwen.”
Gebruik
Vaders devies is: maak het allemaal niet te ingewikkeld. De techniek achter verduurzaming van zorgvastgoed mag dan complex zijn, het realiseren van de verduurzamingsambities hoeft dat niet te zijn. “Ik ben erg van het pragmatisme. Als je energie wilt besparen moet je eerst naar het gebruik kijken. Wat heb je werkelijk nodig? Alles wat je niet nodig hebt, kun je buiten gebruik stellen. Daar valt al winst te behalen.” Vervolgens is het belangrijk om te kijken welke gebouwen en installaties veel energie verbruiken en of deze nog wel passen bij de behoeften van patiënten, cliënten en medewerkers en daarmee het huisvestingsplan voor de lange termijn.
Gebouw
Zorgvastgoed valt volgens Vader grofweg te verdelen in twee categorieën: de gebouwen van voor 1996, en die daarna zijn gebouwd. “Steek in eerste instantie de meeste tijd en aandacht in de categorie jongere gebouwen. Daar haal je het snelst resultaat. Maak daarnaast voor de gebouwen met minder goede energetische kwaliteiten van voor 1996 een plan voor de warmtetransitie én isolatie en sluit daarbij zo veel mogelijk aan op de meerjaren-onderhoudsplannen. Renovaties zijn ideale momenten om verduurzamingsmaatregelen door te voeren.”
Gebied
Nadat de impact van de energiebesparende maatregelen van de gebouwen in kaart is gebracht, is het goed om voor de resterende energiebehoefte duurzame vormen van energieopwekking buiten de gebouwen te verkennen in een masterplan energie. Volgens Vader moeten zorgorganisaties hierbij niet alleen naar de gebouwen zelf kijken. “Kijk ook naar het gebied en probeer waar mogelijk energie uit de omgeving van de gebouwen te oogsten. De toepassing van geothermie, aardwarmte, is daarbij soms een interessante optie. Maar ook technieken om thermische energie uit oppervlaktewater te winnen, krijgen steeds meer voet aan de grond. Zorgorganisaties kunnen hierbij initiatiefnemer zijn en andere partijen uitnodigen om aan te haken. Daarmee bied je de gemeente het begin van een businesscase en geef je als maatschappelijke organisatie het goede voorbeeld.”
Routeplanner
Vader ziet drempels die de energietransitie in de weg zitten: enerzijds de angst voor het nemen van maatregelen die later achterhaald worden door betere of goedkopere technieken. En anderzijds de veelheid aan de aangeboden maatregelen, die een onoverzichtelijke lappendeken aan verduurzamingsmogelijkheden oplevert. Dat leidt volgens hem af van het grotere verhaal. De oplossing zit in inzicht en overzicht. “Denk niet: het is te duur dus we doen maar niks, maar faseer de investeringen, sluit aan op de gebruikelijke geplande vastgoedmaatregelen en denk daarbij vooruit. Als je als zorgorganisatie het huisvestingsplan, het meerjarenonderhoudsplan, en het vastgoedverduurzamingsplan samenbrengt met een eventueel masterplan energie voor de buurt, kom je al snel tot een hanteerbare routekaart voor verduurzaming van je vastgoedportefeuille. Daarmee hoeven er niet meteen miljoenen geïnvesteerd te worden, maar het biedt wel overzicht en inzicht. Zorgorganisaties kunnen zo met een CO2-routeplanner veel gerichter hun planmatig onderhoud en hun lange termijn huisvestingsplannen laten samenlopen met planmatige verduurzaming, waarmee voordeel ontstaat en er meer ruimte ontstaat om verduurzamingsmaatregelen die samenhang hebben, in de goede volgorde genomen kunnen worden en zogenaamde spijtmaatregelen worden voorkomen.”
In dialoog over energietransitie en verduurzaming in de zorg
Samen met collega’s uit de zorg, onze professionals en beleidsmakers voerden we op 27 september een motiverende dialoog tijdens het symposium ‘Energietransitie in de zorg’. Opvallend was de onzekerheid ten aanzien van vigerende en te verwachten wet- en regelgeving ten aanzien van de verduurzaming van gebouwen. Daarnaast verschillen zorgorganisaties in aanpak en voortvarendheid van de energietransitie van hun gebouwen.Wat duidelijk werd is dat een toekomstvaste oplossing in ieder geval voldoet aan een gasloze energieopwekking en een totaal jaarlijks energiegebruik van rond de 100 kWh per m² vloeroppervlak.
Meer weten over energietransitie, verduurzaming in de zorg en hoe zorgorganisaties dit aanpakken? Lees het hier.
1 Delphi Rapport; de transitie naar het zorglandschap van 2030, Royal HaskoningDHV (2018) |
Rinus Vader is leading professional energietransitie. Ruben Peeters is business developer gezondheidszorg. Beiden werken bij advies- en ingenieursbureau Royal HaskoningDHV. |